Artikel 10 (Soorten en duur gevangenisstraf)
1. De gevangenisstraf is levenslang of tijdelijk.
2. De duur van de tijdelijke gevangenisstraf is ten minste een dag en ten hoogste vijfentwintig jaren.
3. Zij kan voor ten hoogste dertig achtereenvolgende jaren worden opgelegd in de gevallen waarin op het misdrijf levenslange en tijdelijke gevangenisstraf ter keuze van de rechter zijn gesteld, en in die waarin wegens strafverhoging ter zake van samenloop van misdrijven, terroristische misdrijven, herhaling van misdrijf of het bepaalde bij artikel 44, de tijd van vijfentwintig jaren wordt overschreden.
4. Zij kan in geen geval de tijd van dertig jaren te boven gaan.
Uitleg in duidelijke taal
1. De gevangenisstraf is levenslang of tijdelijk.
Dit lid stelt dat de gevangenisstraf twee vormen kent: levenslang of tijdelijk.
2. De duur van de tijdelijke gevangenisstraf is ten minste een dag en ten hoogste vijfentwintig jaren.
Dit lid preciseert dat de tijdelijke gevangenisstraf minimaal één dag duurt en maximaal vijfentwintig jaar.
3. Zij kan voor ten hoogste dertig achtereenvolgende jaren worden opgelegd in de gevallen waarin op het misdrijf levenslange en tijdelijke gevangenisstraf ter keuze van de rechter zijn gesteld, en in die waarin wegens strafverhoging ter zake van samenloop van misdrijven, terroristische misdrijven, herhaling van misdrijf of het bepaalde bij artikel 44, de tijd van vijfentwintig jaren wordt overschreden.
- de rechter voor een misdrijf kan kiezen tussen levenslange en tijdelijke gevangenisstraf;
- of de termijn van vijfentwintig jaar wordt overschreden door strafverhoging vanwege:
- samenloop van misdrijven,
- terroristische misdrijven,
- herhaling van misdrijf,
- of het bepaalde bij artikel 44.
4. Zij kan in geen geval de tijd van dertig jaren te boven gaan.
Dit lid stelt dat de duur van de gevangenisstraf in geen enkel geval de termijn van dertig jaren mag overschrijden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:202 - Taakstrafverbod: minimale gevangenisstraf van één dag volstaat bij ernstige delicten
De Hoge Raad oordeelt dat artikel 22b, derde lid, Sr de rechter toestaat een taakstraf op te leggen voor een ernstig zedenmisdrijf, mits gecombineerd met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De wet vereist geen "substantiële" gevangenisstraf; de wettelijke minimumduur van één dag volstaat.