Terug naar bibliotheek
ScheepvaartverkeerswetBijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van deze wet

Bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van deze wet

Laatste versie

De scheepvaartwegen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet zijn de navolgende: I.

1. de Eemsmonding, zoals omschreven in Bijlage B van het Eems-Dollardverdrag (Trb. 1960, 69), met uitzondering van het gebied ten zuiden van de Geisedam, maar met inbegrip van:

a. de scheepvaartweg vanaf de zeesluis te Delfzijl tot in het Oosterhornhaven; b. het bij de Eemsmonding aansluitende gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied begrensd door een lijn die loopt van de positie 53°34'.7NO6°21'.90 naar 53°34'.9NO6°13'.70, vandaar naar 53°37'.1NO6°19'.50, vandaar naar 53°39'.0NO6°27'10 en vandaar naar 53°37'.5NO6°31'.20, onverminderd het bepaalde in artikel 40 van het Eems-Dollardverdrag;

2. de Vlierede, waaronder wordt begrepen het gebied tussen de tonnenlijnen, liggende binnen een cirkel met een straal van een zeemijl, met als middelpunt de positie 53°18'.0 N 05°10'.9 O, en de Rede van Texel, waaronder wordt begrepen het gebied tussen de meridianen van 04°44'.0 O en 04°50'.0 O, aan de noordzijde begrensd door de zuidkust van het eiland Texel en vervolgens door de parallel van 53°00'.0 N en aan de zuidzijde door de noordkust van het vasteland van de provincie Noord-Holland en voorts de Veerhaven en de buitenhaven tot aan de sluis van het Noordhollands kanaal; 3. de bevaarbare scheepvaartwegen over de Waddenzee tussen de Vlierede, Terschelling en Vlieland tot aan de lijn die loopt over de posities 53°21'.6 N 05°12'.9 O en 53°17'.8 N 05°03'.6 O, Harlingen, Kornwerderzand, Den Oever, Oude Schild en de Rede van Texel.

II.

1. het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied begrensd door een lijn die loopt van de positie 52°27'.9NO4°32'.00 naar 52°27'.8NO4°31'.00, vandaar naar 52°26'.0NO4°27'.80, vandaar naar 52°26'.9NO4°19'.30, vandaar naar 52°31'.9NO4°20'.90, vandaar naar 52°30'.7NO4°31'.20 en vandaar naar 52°28'.1NO4°32'.60; 2. het Noordzeekanaal; 3. de zijkanalen naar Beverwijk, naar Haarlem en naar Zaanstad; 4. het IJ tot aan de Oranjesluizen en de ingang van het Amsterdam-Rijnkanaal;

III.

1. het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied begrensd door een lijn die loopt van het licht zuiderpier 51°59.14' N; 004°02.49' O, vandaar naar 51°58.11' N; 003°57.86' O, vandaar naar 51°57.10' N; 003°40.05' O, vandaar naar 51°56.88' N; 003°38.86' O, vandaar naar 51°58.57' N; 003°38.29' O, en vandaar naar 52°02.08' N; 003°39.21' O; vandaar naar 52°03.79' N; 003°40.65' O, en vandaar naar 52°05.84' N; 003°42.43' O; vandaar naar 52°07.13' N; 003°44.66' O, vandaar naar 52°07.18' N; 003°55.95' O, en vandaar naar 52°07.19' N; 004°00.08' O; vandaar naar 51°59.67' N; 004°02.84' O, en vandaar naar 51°59.14' N; 004°02.49' O (terug bij de zuiderpier) 2. de Maasmond, de Nieuwe Waterweg, het Breeddiep, het Beerkanaal, het Yangtzekanaal en het Calandkanaal; 3. het Hartelkanaal; 4. de Nieuwe Maas, de Koningshaven; 5. de Noord, de Rietbaan; 6. de Oude Maas, het Spui en de Beningen; 7. de Hollandse IJssel tot aan de stuw bij Krimpen aan de IJssel; 8. de Beneden Merwede tot aan Hardinxveld-Giessendam en het Wantij; 9. de Dordtsche Kil, de Krabbegeul en het Mallegat; 10. het Hollandsch Diep ten westen van de Moerdijkbrug; 11. het Haringvliet en het Vuile Gat; 12. de Krammer benoorden de Krammersluizen, het Zuid-Vlije en het Volkerak;

met inbegrip van de havens gelegen aan de onder I tot en met III genoemde scheepvaartwegen. IV.

1. het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied begrensd door een lijn die loopt over de kerktorens van Aagtekerke en Domburg tot de positie 51°37’.0N, 03°27’.2O, vandaar naar de positie 51°42’.6N, 03°41’.6O; 2. de havenbekkens, havens, steigers en aanlegplaatsen die gelegen zijn aan de Westerschelde; 3. de havenbekkens, havens, steigers en aanlegplaatsen die gelegen zijn aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen; 4. de Oosterschelde, het Keeten, het Mastgat, het Zijpe en de Krammer bezuiden de Krammersluizen; 5. het Kanaal door Walcheren, met inbegrip van het Verbrede Arnekanaal tot de spoorbrug; 6. het Kanaal door Zuid-Beveland; 7. het Veerse Meer; met inbegrip van de havens gelegen aan de onder 1 en 4 tot en met 7 genoemde scheepvaartwegen.

Details

[Vervalt op nader te bepalen datum; bekendgemaakt in 2020. Zie het overzicht van wijzigingen]