Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Verkeersregels
§ 15. Bijzondere lichten
Artikel 41Artikel 41
Laatste versie
1. Onverminderd artikel 32, eerste lid, mogen bestuurders van een motorvoertuig bij dag dagrijlicht voeren. Het dagrijlicht wordt niet tegelijk met enig ander licht aan de voorzijde van het voertuig gevoerd.
2. Bestuurders van een motorvoertuig mogen, indien deze verlichting krachtens de Regeling voertuigen voor dat motorvoertuig is toegestaan, tegelijk met dimlicht of mistlicht aan de voorzijde bochtlicht, hoeklicht, manoeuvreerlichten, markeringslichten of staaklichten voeren, waarbij voor het mogen voeren van manoeuvreerlichten een maximumsnelheid geldt van 10 km per uur.
Gerelateerde rechtspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:1972:AB3369
ECLI:NL:HR:1972:AB3369•1 februari 1972•Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad
ECLI:NL:HR:1979:AC6633
ECLI:NL:HR:1979:AC6633•26 juni 1979•Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken
ECLI:NL:HR:2001:AD4046
ECLI:NL:HR:2001:AD4046•5 oktober 2001•Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel Recht•Letselschaderecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht