Artikel 87 (Mondelinge behandeling)
1. De rechter kan, op verzoek van partijen of van een van hen dan wel ambtshalve, in alle gevallen en in elke stand van het geding een mondelinge behandeling bevelen.
2. Tijdens de mondelinge behandeling stelt de rechter partijen in de gelegenheid hun stellingen toe te lichten en kan de rechter:
a. partijen verzoeken hem inlichtingen te geven, b. partijen gelegenheid geven hun stellingen nader te onderbouwen, c. een schikking beproeven, d. met partijen overleggen hoe het vervolg van de procedure zal verlopen, en e. die aanwijzingen geven of die proceshandelingen bevelen die hij geraden acht, voor zover de rechter dit in overeenstemming acht met de eisen van een goede procesorde.
3. Met voorafgaande toestemming van de rechter kunnen tijdens de mondelinge behandeling getuigen en partijdeskundigen worden gehoord. De negende afdeling van de tweede titel is van overeenkomstige toepassing, onverminderd artikel 284, eerste lid.
4. Voor zover mogelijk bericht de griffier partijen tevoren over het doel van de mondelinge behandeling.
5. Partijen verschijnen op de mondelinge behandeling in persoon of bij gemachtigde. In zaken waarin zij niet in persoon kunnen procederen, verschijnen zij bij advocaat. De rechter kan verschijning in persoon bevelen. Partijen die op de mondelinge behandeling in persoon verschijnen, mogen zich laten bijstaan door hun gemachtigde. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, is de gemachtigde een advocaat.
6. Onverminderd artikel 85, worden processtukken en andere stukken zoveel mogelijk onmiddellijk bij dagvaarding dan wel conclusie van antwoord en tot uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling in het geding gebracht, tenzij de wet een andere termijn voorschrijft. Stukken die na die termijn of ter zitting in het geding worden gebracht, worden door de rechter buiten beschouwing gelaten, tenzij de goede procesorde zich daartegen verzet.
7. Indien met het oog op de mondelinge behandeling een bevel als bedoeld in artikel 22 wordt gegeven, moeten de stukken uiterlijk op een door de rechter te bepalen dag vóór de datum van de mondelinge behandeling zijn ingediend en aan de wederpartij ter beschikking zijn gesteld.
8. Heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden, dan biedt de rechter voordat hij over de zaak beslist, aan partijen desverlangd gelegenheid hun standpunt mondeling uiteen te zetten.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter kan, op verzoek van partijen of van een van hen dan wel ambtshalve, in alle gevallen en in elke stand van het geding een mondelinge behandeling bevelen.
Dit lid betekent dat de rechter de bevoegdheid heeft om een mondelinge behandeling te gelasten. Dit kan gebeuren op verzoek van beide partijen gezamenlijk, op verzoek van één van de partijen, of op eigen initiatief van de rechter (ambtshalve). Een dergelijk bevel kan in alle soorten zaken (in alle gevallen) en op elk moment tijdens de procedure (in elke stand van het geding) worden gegeven.
2. Tijdens de mondelinge behandeling stelt de rechter partijen in de gelegenheid hun stellingen toe te lichten en kan de rechter:
Dit lid beschrijft dat de rechter gedurende de mondelinge behandeling partijen de kans geeft om hun ingenomen standpunten (stellingen) nader uit te leggen. Daarnaast heeft de rechter de volgende mogelijkheden:
a. partijen verzoeken hem inlichtingen te geven,
Dit houdt in dat de rechter partijen kan vragen om hem specifieke informatie (inlichtingen) te verschaffen.
b. partijen gelegenheid geven hun stellingen nader te onderbouwen,
Dit houdt in dat de rechter partijen de mogelijkheid kan bieden om hun standpunten (stellingen) van extra bewijs of argumenten te voorzien (nader te onderbouwen).
c. een schikking beproeven,
Dit houdt in dat de rechter kan proberen of partijen tot een onderlinge overeenkomst (schikking) kunnen komen om het geschil op te lossen.
d. met partijen overleggen hoe het vervolg van de procedure zal verlopen, en
Dit houdt in dat de rechter met de partijen kan bespreken hoe de procedure na de mondelinge behandeling verder zal gaan.
e. die aanwijzingen geven of die proceshandelingen bevelen die hij geraden acht, voor zover de rechter dit in overeenstemming acht met de eisen van een goede procesorde.
Dit houdt in dat de rechter die instructies (aanwijzingen) kan geven of die procedurele stappen (proceshandelingen) kan opdragen die hij passend (geraden) vindt, mits de rechter van oordeel is dat dit past binnen de vereisten van een eerlijk en efficiënt procesverloop (goede procesorde).
3. Met voorafgaande toestemming van de rechter kunnen tijdens de mondelinge behandeling getuigen en partijdeskundigen worden gehoord. De negende afdeling van de tweede titel is van overeenkomstige toepassing, onverminderd artikel 284, eerste lid.
Dit lid stelt dat, indien de rechter hier van tevoren toestemming voor geeft, het mogelijk is om tijdens de mondelinge behandeling getuigen en door partijen ingeschakelde deskundigen (partijdeskundigen) te ondervragen. De regels uit de negende afdeling van de tweede titel van dit wetboek zijn hierop op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) van kracht, zonder afbreuk te doen aan (onverminderd) wat in artikel 284, eerste lid is bepaald.
4. Voor zover mogelijk bericht de griffier partijen tevoren over het doel van de mondelinge behandeling.
Dit lid bepaalt dat de griffier (de administratief medewerker van de rechtbank) partijen, indien dat uitvoerbaar is (voor zover mogelijk), vooraf informeert over het specifieke oogmerk (doel) van de geplande mondelinge behandeling.
5. Partijen verschijnen op de mondelinge behandeling in persoon of bij gemachtigde. In zaken waarin zij niet in persoon kunnen procederen, verschijnen zij bij advocaat. De rechter kan verschijning in persoon bevelen. Partijen die op de mondelinge behandeling in persoon verschijnen, mogen zich laten bijstaan door hun gemachtigde. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, is de gemachtigde een advocaat.
Dit lid regelt de wijze waarop partijen aanwezig moeten zijn bij de mondelinge behandeling. Zij kunnen zelf komen (in persoon) of zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Als het gaat om zaken waarbij partijen volgens de wet niet zelfstandig (in persoon) mogen procederen, dan moeten zij vertegenwoordigd worden door een advocaat. De rechter heeft de bevoegdheid om te bevelen dat partijen persoonlijk aanwezig zijn. Als partijen persoonlijk verschijnen, hebben zij het recht zich te laten assisteren (bijstaan) door hun gemachtigde. In procedures waar partijen niet zelf mogen optreden, moet deze gemachtigde een advocaat zijn.
6. Onverminderd artikel 85, worden processtukken en andere stukken zoveel mogelijk onmiddellijk bij dagvaarding dan wel conclusie van antwoord en tot uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling in het geding gebracht, tenzij de wet een andere termijn voorschrijft. Stukken die na die termijn of ter zitting in het geding worden gebracht, worden door de rechter buiten beschouwing gelaten, tenzij de goede procesorde zich daartegen verzet.
Dit lid stelt, zonder afbreuk te doen aan (onverminderd) artikel 85, dat procesdocumenten en andere relevante bescheiden (stukken) zo veel als mogelijk direct bij de dagvaarding of bij de conclusie van antwoord moeten worden ingediend. In ieder geval moeten deze stukken uiterlijk tien dagen vóór de mondelinge behandeling aan de procedure worden toegevoegd (in het geding gebracht), tenzij de wet een afwijkende termijn aangeeft. Documenten die later dan deze termijn of pas tijdens de zitting zelf worden ingediend, zal de rechter negeren (buiten beschouwing laten), tenzij de principes van een eerlijk proces (goede procesorde) zich hiertegen verzetten.
7. Indien met het oog op de mondelinge behandeling een bevel als bedoeld in artikel 22 wordt gegeven, moeten de stukken uiterlijk op een door de rechter te bepalen dag vóór de datum van de mondelinge behandeling zijn ingediend en aan de wederpartij ter beschikking zijn gesteld.
Dit lid bepaalt dat als de rechter, met het oog op de mondelinge behandeling, een bevel geeft zoals omschreven in artikel 22 (dat betrekking heeft op het overleggen van bescheiden), de betreffende stukken uiterlijk op een door de rechter vastgestelde dag vóór de geplande mondelinge behandeling moeten zijn ingediend. Bovendien moeten deze stukken dan ook aan de tegenpartij (wederpartij) beschikbaar zijn gesteld.
8. Heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden, dan biedt de rechter voordat hij over de zaak beslist, aan partijen desverlangd gelegenheid hun standpunt mondeling uiteen te zetten.
Dit lid regelt dat, indien er geen mondelinge behandeling is geweest, de rechter, alvorens een uitspraak te doen in de zaak, partijen de kans moet geven om hun standpunt alsnog mondeling toe te lichten, mits zij hierom verzoeken (desverlangd).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:976 - FNV/Pontmeyer: Wanneer een gedragslijn een vaste arbeidsvoorwaarde wordt
De Hoge Raad vernietigt een arrest wegens schending van het onmiddellijkheidsbeginsel. Ten overvloede formuleert de Raad gezichtspunten om te bepalen of een door de werkgever gevolgde gedragslijn, zoals een periodieke loonsverhoging, is overgegaan in een voor de werknemer afdwingbare arbeidsvoorwaarde.
ECLI:NL:HR:2017:3264 - Mondelinge behandeling: in beginsel voor de volledige meervoudige kamer
Een mondelinge behandeling die dient om partijen hun stellingen te laten toelichten in een meervoudig te beslissen zaak, moet in beginsel plaatsvinden voor de volledige kamer. Afwijking is mogelijk, maar partijen moeten hierover worden geïnformeerd en kunnen een meervoudige behandeling verzoeken.
ECLI:NL:HR:2017:3259 - Hoorzitting voor raadsheer-commissaris: wanneer is dit toegestaan in meervoudige zaken?
Een mondelinge behandeling die (mede) dient om stellingen toe te lichten in een meervoudige zaak, moet in beginsel plaatsvinden voor de volledige kamer. Partijen moeten de kans krijgen een meervoudige zitting te verzoeken, wat slechts op zwaarwegende gronden mag worden afgewezen.
ECLI:NL:HR:2022:824 - Hoge Raad: Limiteren omvang processtukken in hoger beroep is toegestaan
De Hoge Raad oordeelt dat gerechtshoven via procesreglementen de omvang van processtukken in hoger beroep mogen beperken. Dit is toelaatbaar mits de essentie van het recht op toegang tot de rechter en hoor en wederhoor niet wordt aangetast, de beperking een legitiem doel dient en proportioneel is.
ECLI:NL:HR:2023:449
ECLI:NL:HR:2015:3423
ECLI:NL:HR:2016:759 - Verjaring Executoriale Titel uit Faillissement Gelijkgesteld aan Rechterlijk Vonnis
De bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van een verificatievergadering verjaart, net als een rechterlijk vonnis, na twintig jaar conform artikel 3:324 BW. Dit geldt wanneer de vordering is erkend en niet door de gefailleerde is betwist.