Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Van rechtspleging van onderscheiden aard
Zevende titel. Enige bijzondere rechtsplegingen
Tweede afdeling. Van gerechtelijke bewaring
Artikel 856

Artikel 856 (Voorwaarden en wijzigingen gerechtelijke bewaring)

Laatste versie

1. De gerechtelijke bewaring van een zaak geschiedt op de voorwaarden die door de bewaarder gewoonlijk voor zaken van dezelfde soort worden overeengekomen, of, bij gebreke daarvan, volgens de regels die krachtens het Burgerlijk Wetboek op de overeenkomst van toepassing zijn, telkens tenzij de rechter die de gerechtelijke bewaring beveelt, anders bepaalt.

2. De inbewaringsteling kan aldus geschieden dat de bewaarder de zaak mag afgeven aan degene tegen wie de bewaring zich richt, mits deze tevoren aan zijn verplichtingen jegens de bewaargever heeft voldaan. Van een zodanig beding wordt melding gemaakt in de mededeling, bedoeld in artikel 855, tweede lid.

3. De rechter die de gerechtelijke bewaring heeft bevolen, of anders de voorzieningenrechter van de rechtbank, kan op verzoek van de bewaarder of een belanghebbende de voorwaarden vaststellen of wijzigen of een gerechtelijke bewaarder aanwijzen die de gerechtelijke bewaring van de oorspronkelijke zal overnemen. De indiening van het verzoekschrift kan ook door een deurwaarder geschieden, voor zover de bewaring haar grond vindt in een beslag.

Uitleg in duidelijke taal

1. De gerechtelijke bewaring van een zaak geschiedt op de voorwaarden die door de bewaarder gewoonlijk voor zaken van dezelfde soort worden overeengekomen, of, bij gebreke daarvan, volgens de regels die krachtens het Burgerlijk Wetboek op de overeenkomst van toepassing zijn, telkens tenzij de rechter die de gerechtelijke bewaring beveelt, anders bepaalt.

Dit lid bepaalt dat de gerechtelijke bewaring van een zaak plaatsvindt onder de voorwaarden die de bewaarder normaal gesproken overeenkomt voor vergelijkbare zaken. Als zulke voorwaarden ontbreken (bij gebreke daarvan), dan gelden de regels die krachtens het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn op de overeenkomst. Dit is steeds het geval, tenzij de rechter die de gerechtelijke bewaring beveelt, hiervan afwijkt en anders bepaalt.

2. De inbewaringstelling kan aldus geschieden dat de bewaarder de zaak mag afgeven aan degene tegen wie de bewaring zich richt, mits deze tevoren aan zijn verplichtingen jegens de bewaargever heeft voldaan. Van een zodanig beding wordt melding gemaakt in de mededeling, bedoeld in artikel 855, tweede lid.

Dit lid stelt dat de inbewaringstelling zo kan plaatsvinden dat de bewaarder de zaak mag afgeven aan de persoon tegen wie de bewaring zich richt. Dit mag echter alleen (mits) als deze persoon tevoren aan zijn verplichtingen jegens de bewaargever (degene die de zaak in bewaring heeft gegeven) heeft voldaan. Als een dergelijke afspraak (zodanig beding) wordt gemaakt, moet hiervan melding worden gemaakt in de mededeling zoals bedoeld in artikel 855, tweede lid.

3. De rechter die de gerechtelijke bewaring heeft bevolen, of anders de voorzieningenrechter van de rechtbank, kan op verzoek van de bewaarder of een belanghebbende de voorwaarden vaststellen of wijzigen of een gerechtelijke bewaarder aanwijzen die de gerechtelijke bewaring van de oorspronkelijke zal overnemen. De indiening van het verzoekschrift kan ook door een deurwaarder geschieden, voor zover de bewaring haar grond vindt in een beslag.

Dit lid bepaalt dat de rechter die de gerechtelijke bewaring heeft bevolen, of anders de voorzieningenrechter van de rechtbank, op verzoek van de bewaarder of een belanghebbende de voorwaarden van de bewaring kan vaststellen of wijzigen. Deze rechter kan ook een gerechtelijke bewaarder aanwijzen die de gerechtelijke bewaring van de oorspronkelijke bewaarder zal overnemen. De indiening van het verzoekschrift hiervoor kan ook door een deurwaarder worden gedaan, voor zover de bewaring haar grond vindt in (gebaseerd is op) een beslag.