Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, worden de conclusies en akten, wanneer zij niet mondeling worden genomen, ondertekend door de partij van wie het stuk afkomstig is of door haar gemachtigde.

Dit lid bepaalt dat in rechtszaken waarin partijen zelf, dus zonder verplichte procesvertegenwoordiging, mogen optreden, de schriftelijke processtukken, aangeduid als conclusies en akten, moeten worden ondertekend. Dit geldt specifiek wanneer deze stukken niet mondeling worden ingediend. De ondertekening dient te geschieden door de partij zelf van wie het document afkomstig is, of door een persoon die door die partij daartoe gemachtigd is.

2. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, worden deze stukken ondertekend door de advocaat.

Dit lid stelt dat in rechtszaken waarin partijen niet zelfstandig mogen procederen, maar verplicht vertegenwoordigd moeten worden (meestal door een advocaat), de genoemde processtukken (conclusies en akten) ondertekend moeten worden door de advocaat van de betreffende partij.