Artikel 821 (Verzoek voorlopige voorzieningen scheidingszaken)
1. In zaken van echtscheiding of scheiding van tafel en bed kan ieder der echtgenoten om voorlopige voorzieningen als bedoeld in de artikelen 822 en 823 verzoeken. Een verzoek tot voorlopige voorzieningen kan worden gedaan tot het tijdstip waarop een zodanige voorziening, indien gegeven, ingevolge artikel 826 haar kracht verliest.
2. De mondelinge behandeling vangt niet later aan dan in de derde week volgende op die waarin de voorziening is gevraagd.
3. De rechter beslist zo spoedig mogelijk na de mondelinge behandeling.
4. De beschikking houdende voorlopige voorzieningen, gegeven voordat een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed is gedaan, verliest haar kracht, indien niet binnen vier weken na haar dagtekening een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed is gedaan.
5. De artikelen 810 en 812 zijn van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. In zaken van echtscheiding of scheiding van tafel en bed kan ieder der echtgenoten om voorlopige voorzieningen als bedoeld in de artikelen 822 en 823 verzoeken. Een verzoek tot voorlopige voorzieningen kan worden gedaan tot het tijdstip waarop een zodanige voorziening, indien gegeven, ingevolge artikel 826 haar kracht verliest.
Dit betekent dat in gevallen van echtscheiding of scheiding van tafel en bed, elk van de echtgenoten kan verzoeken om voorlopige voorzieningen zoals genoemd in de artikelen 822 en 823. Dit verzoek is mogelijk totdat een dergelijke voorziening, als deze is toegewezen, volgens artikel 826 niet meer geldig is.
2. De mondelinge behandeling vangt niet later aan dan in de derde week volgende op die waarin de voorziening is gevraagd.
Dit houdt in dat de mondelinge behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening uiterlijk moet starten in de derde week na de week waarin het verzoek is ingediend.
3. De rechter beslist zo spoedig mogelijk na de mondelinge behandeling.
Dit betekent dat de rechter zo snel mogelijk een beslissing neemt nadat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.
4. De beschikking houdende voorlopige voorzieningen, gegeven voordat een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed is gedaan, verliest haar kracht, indien niet binnen vier weken na haar dagtekening een verzoek tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed is gedaan.
Dit betekent dat een beslissing (beschikking) waarmee voorlopige voorzieningen zijn getroffen, en die is afgegeven vóórdat een verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed is ingediend, haar geldigheid (kracht) verliest. Dit gebeurt als er niet binnen vier weken na de datum (dagtekening) van die beschikking een verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt ingediend.
5. De artikelen 810 en 812 zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit betekent dat de bepalingen uit de artikelen 810 en 812 op een vergelijkbare manier gelden voor de procedures die in dit artikel worden beschreven.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:3533
ECLI:NL:HR:2018:1414 - Voorlopige voorzieningen in scheidingszaken: art. 821-826 Rv is uitputtend
De bijzondere regeling voor voorlopige voorzieningen in scheidingsprocedures (art. 821-826 Rv) is uitputtend. Er is daarom geen ruimte om via de algemene regeling van art. 223 Rv een voorlopige voorziening te vragen die onder het bereik van de bijzondere regeling valt.