Artikel 82 (Nemen conclusies en akten)
1. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, worden conclusies en akten genomen ter terechtzitting, dan wel door indiening ter griffie vóór de roldatum.
2. In deze zaken kunnen conclusies en akten ook mondeling ter terechtzitting worden genomen.
3. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, worden, indien op de roldatum een terechtzitting plaatsvindt, conclusies en akten ter terechtzitting genomen. Indien niet een terechtzitting plaatsvindt, worden conclusies en akten op de roldatum genomen door indiening ter griffie vóór of op de roldatum.
Uitleg in duidelijke taal
1. In zaken waarin partijen in persoon kunnen procederen, worden conclusies en akten genomen ter terechtzitting, dan wel door indiening ter griffie vóór de roldatum.
Dit betekent dat in rechtszaken waarin partijen zelf, dus in persoon, kunnen procederen, de conclusies en akten genomen worden tijdens de terechtzitting, óf door deze vóór de roldatum in te dienen ter griffie.
2. In deze zaken kunnen conclusies en akten ook mondeling ter terechtzitting worden genomen.
In dezelfde zaken, dus waarin partijen in persoon kunnen procederen, mogen conclusies en akten ook mondeling ter terechtzitting worden genomen.
3. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, worden, indien op de roldatum een terechtzitting plaatsvindt, conclusies en akten ter terechtzitting genomen. Indien niet een terechtzitting plaatsvindt, worden conclusies en akten op de roldatum genomen door indiening ter griffie vóór of op de roldatum.
Voor zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, geldt het volgende. Als er op de roldatum een terechtzitting is, worden conclusies en akten ter terechtzitting genomen. Is er geen terechtzitting, dan worden conclusies en akten op de roldatum genomen door ze vóór of op die datum bij de griffie in te dienen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2004:AM2341
ECLI:NL:HR:2023:658 - Openbaarheid rechtspraak: recht op informatie over aanhangige civiele procedures
De Hoge Raad oordeelt dat gerechten, binnen de grenzen van de privacywetgeving, aan derden opgave moeten doen van aanhangige civiele procedures. Dit volgt uit het beginsel van openbaarheid van rechtspraak, ook nu fysieke rolzittingen grotendeels zijn afgeschaft.
ECLI:NL:HR:2019:207 - Verkeerd rechtsmiddel na misleidend vonnis: toegang tot rechter prevaleert
Het fundamentele recht op toegang tot de rechter (art. 6 EVRM) verzet zich ertegen dat een partij haar rechtsmiddel wordt ontnomen, omdat zij op basis van een misleidend vonnis (verstek) het verkeerde rechtsmiddel (verzet) heeft ingesteld, terwijl het juridisch een vonnis op tegenspraak was.