Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Zaken betreffende minderjarigen die bij de rechtbank aanhangig worden gemaakt, uitgezonderd die welke het levensonderhoud van een minderjarige betreffen, worden behandeld door de kinderrechter. Indien deze de zaak naar de meervoudige kamer verwijst, neemt de kinderrechter aan de mondelinge behandeling deel.

Dit artikel bepaalt dat zaken betreffende minderjarigen die bij de rechtbank aanhangig worden gemaakt, in beginsel worden behandeld door de kinderrechter. Een uitzondering hierop vormen zaken die het levensonderhoud van een minderjarige betreffen; deze vallen buiten de reikwijdte van deze bepaling. Indien de kinderrechter besluit de zaak naar de meervoudige kamer te verwijzen, dan neemt de kinderrechter zelf deel aan de mondelinge behandeling van die zaak bij de meervoudige kamer.