Artikel 805 (Griffier verstrekt afschriften, beroepsinformatie, berekeningen)
1. De griffier verstrekt of verzendt onverwijld een afschrift van de beschikking aan de verzoeker, de verschenen belanghebbenden en de niet verschenen belanghebbenden aan wie een afschrift van het verzoekschrift is verzonden. De griffier verstrekt of verzendt eveneens een afschrift van een beschikking die een minderjarige of de herroeping van een adoptie betreft, aan de raad voor de kinderbescherming, tenzij de beschikking het levensonderhoud van de minderjarige betreft.
2. De griffier vermeldt daarbij de termijn waarbinnen en de wijze waarop hoger beroep kan worden ingesteld.
3. Bij beschikkingen betreffende het verstrekken van levensonderhoud verstrekt de griffier aan de verzoeker en aan de in de procedure verschenen belanghebbenden de berekeningen van de behoefte en de draagkracht die mede aan de beschikking ten grondslag liggen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De griffier verstrekt of verzendt onverwijld een afschrift van de beschikking aan de verzoeker, de verschenen belanghebbenden en de niet verschenen belanghebbenden aan wie een afschrift van het verzoekschrift is verzonden. De griffier verstrekt of verzendt eveneens een afschrift van een beschikking die een minderjarige of de herroeping van een adoptie betreft, aan de raad voor de kinderbescherming, tenzij de beschikking het levensonderhoud van de minderjarige betreft.
Dit lid bepaalt dat de griffier direct (onverwijld) een kopie (afschrift) van de rechterlijke beslissing (beschikking) moet geven (verstrekt) of sturen (verzendt) aan de indiener van het verzoek (verzoeker), aan de belanghebbenden die in de procedure zijn verschenen, en aan de belanghebbenden die niet zijn verschenen maar aan wie wel een kopie van het oorspronkelijke verzoek (verzoekschrift) is verzonden. Verder moet de griffier ook een kopie van een beslissing die over een minderjarige gaat of over de intrekking (herroeping) van een adoptie, geven of sturen aan de raad voor de kinderbescherming. Dit laatste hoeft echter niet als de beslissing alleen het levensonderhoud van de minderjarige betreft.
2. De griffier vermeldt daarbij de termijn waarbinnen en de wijze waarop hoger beroep kan worden ingesteld.
Dit lid schrijft voor dat de griffier bij het verstrekken of verzenden van de beschikking ook moet aangeven (vermeldt) binnen welke periode (termijn) en op welke manier (wijze) men tegen de beslissing in hoger beroep kan gaan.
3. Bij beschikkingen betreffende het verstrekken van levensonderhoud verstrekt de griffier aan de verzoeker en aan de in de procedure verschenen belanghebbenden de berekeningen van de behoefte en de draagkracht die mede aan de beschikking ten grondslag liggen.
Dit lid specificeert dat wanneer het gaat om beslissingen (beschikkingen) over het verstrekken van levensonderhoud, de griffier aan de indiener van het verzoek (verzoeker) en aan de belanghebbenden die in de procedure zijn verschenen, de berekeningen van de behoefte en de draagkracht moet verstrekken. Deze berekeningen liggen mede aan de betreffende beschikking ten grondslag.