Artikel 8 (Rechtsmacht Nederlandse rechter door forumkeuzeovereenkomst)
1. De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een Nederlandse rechter of de Nederlandse rechter hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, tenzij daarvoor geen redelijk belang aanwezig is.
2. De Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een rechter of de rechter van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan.
3. Een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid laat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter onverlet indien de zaak een individuele arbeidsovereenkomst betreft of een overeenkomst als bedoeld in artikel 6, onder d.
4. Het derde lid vindt geen toepassing indien:
a. de in het tweede lid bedoelde overeenkomst is aangegaan na het ontstaan van het geschil, of b. de werknemer, of de partij die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zich op de overeenkomst beroept om zich tot de rechter van een vreemde staat te wenden.
5. Een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten, mits dat geschrift door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard.
6. Een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid dient als een afzonderlijke overeenkomst te worden beschouwd en beoordeeld. De aangewezen rechter is bevoegd te oordelen over de rechtsgeldigheid van de hoofdovereenkomst waarvan een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid deel uitmaakt of waarop zij betrekking heeft.
Uitleg in duidelijke taal
1. De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een Nederlandse rechter of de Nederlandse rechter hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, tenzij daarvoor geen redelijk belang aanwezig is.
Dit betekent dat de Nederlandse rechter bevoegd is om een zaak te behandelen (rechtsmacht heeft) indien de betrokken partijen, met betrekking tot een specifieke juridische relatie (rechtsbetrekking) waarover zij zelf mogen beslissen (die tot hun vrije bepaling staat), via een overeenkomst een Nederlandse rechter of de Nederlandse rechter in het algemeen hebben aangewezen. Deze aanwijzing is bedoeld voor het behandelen (kennisneming) van geschillen die naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of in de toekomst zullen ontstaan, tenzij er voor die keuze geen redelijk belang aanwezig is.
2. De Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een rechter of de rechter van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan.
Dit houdt in dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is (geen rechtsmacht heeft) indien de partijen, met betrekking tot een specifieke juridische relatie (rechtsbetrekking) waarover zij zelf mogen beslissen (die tot hun vrije bepaling staat), via een overeenkomst een rechter of de rechter van een ander land (vreemde staat) exclusief (bij uitsluiting) hebben aangewezen. Deze aanwijzing geldt voor het behandelen (kennisneming) van geschillen die naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of in de toekomst zullen ontstaan.
3. Een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid laat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter onverlet indien de zaak een individuele arbeidsovereenkomst betreft of een overeenkomst als bedoeld in artikel 6, onder d.
Dit betekent dat een overeenkomst zoals beschreven in het tweede lid (waarin een buitenlandse rechter exclusief is aangewezen) de bevoegdheid (rechtsmacht) van de Nederlandse rechter toch niet wegneemt (onverlet laat) indien de zaak een individuele arbeidsovereenkomst betreft of een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 6, onderdeel d.
4. Het derde lid vindt geen toepassing indien:
De regel uit het derde lid (dat de Nederlandse rechter toch bevoegd blijft bij o.a. arbeidsovereenkomsten) geldt niet indien:
a. de in het tweede lid bedoelde overeenkomst is aangegaan na het ontstaan van het geschil, of
de overeenkomst (waarin een buitenlandse rechter is aangewezen, zoals bedoeld in het tweede lid) is gesloten (aangegaan) nadat het geschil al was ontstaan, of
b. de werknemer, of de partij die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zich op de overeenkomst beroept om zich tot de rechter van een vreemde staat te wenden.
de werknemer, of de partij die niet handelt als ondernemer of professional (in de uitoefening van een beroep of bedrijf), zelf een beroep doet op de overeenkomst om zich juist tot de rechter van een ander land (vreemde staat) te wenden.
5. Een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten, mits dat geschrift door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard.
Dit stelt dat een overeenkomst waarin de rechterlijke bevoegdheid wordt aangewezen (zoals bedoeld in het eerste of het tweede lid) bewezen moet worden door een schriftelijk document (geschrift). Hiervoor is een geschrift voldoende dat een dergelijke afspraak (beding) bevat, of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten. Een voorwaarde hierbij is dat dit geschrift door of namens de andere partij (wederpartij) expliciet (uitdrukkelijk) of impliciet (stilzwijgend) is geaccepteerd (aanvaard).
6. Een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid dient als een afzonderlijke overeenkomst te worden beschouwd en beoordeeld. De aangewezen rechter is bevoegd te oordelen over de rechtsgeldigheid van de hoofdovereenkomst waarvan een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid deel uitmaakt of waarop zij betrekking heeft.
Dit betekent dat een overeenkomst over de keuze van de bevoegde rechter (zoals bedoeld in het eerste of het tweede lid) als een aparte (afzonderlijke) overeenkomst moet worden gezien en beoordeeld. De rechter die in een dergelijke overeenkomst is aangewezen, heeft de bevoegdheid om te oordelen over de juridische geldigheid (rechtsgeldigheid) van de hoofdovereenkomst waarvan deze forumkeuzeovereenkomst (een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid) deel uitmaakt of waarop deze betrekking heeft.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:31 - Bevoegdheid nevenvoorziening staat los van echtscheidingsbevoegdheid onder Brussel II-bis
De bevoegdheid van de Nederlandse rechter voor een verzoek over ouderlijke verantwoordelijkheid (art. 8 Brussel II-bis) is autonoom. Deze bevoegdheid, gebaseerd op de gewone verblijfplaats van het kind, is niet afhankelijk van de bevoegdheid van de rechter om over het echtscheidingsverzoek te oordelen.