Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. Een beslag als bedoeld in de voorgaande artikelen, gelegd ter verkrijging van levering van een goed, blijft van kracht totdat hetzij de levering heeft plaatsgevonden, hetzij zes maanden zijn verstreken, nadat in de hoofdzaak een beslissing is verkregen die een executoriale titel oplevert en die in kracht van gewijsde is gegaan.

Dit lid bepaalt dat een conservatoir beslag dat is gelegd om de levering van een goed te verkrijgen, zoals omschreven in de voorgaande artikelen, geldig blijft. Deze geldigheid duurt voort totdat één van de volgende twee situaties zich voordoet: ofwel de levering van het goed daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, ofwel er zijn zes maanden voorbijgegaan nadat er in de hoofdprocedure een beslissing is genomen die een executoriale titel vormt en die onherroepelijk is geworden (in kracht van gewijsde is gegaan).

2. Een beslag als bedoeld in de voorgaande artikelen van deze afdeling op een roerende zaak die geen registergoed is, gaat krachtens artikel 704, eerste lid, over in een executoriaal beslag als bedoeld in artikel 492, indien de door de beslaglegger verkregen executoriale titel tot afgifte strekt.

Dit lid stelt dat een conservatoir beslag, zoals bedoeld in de voorgaande artikelen van deze specifieke afdeling, dat is gelegd op een roerende zaak die geen registergoed is, automatisch overgaat in een executoriaal beslag. Dit gebeurt op grond van artikel 704, eerste lid, en betreft specifiek het type executoriaal beslag zoals beschreven in artikel 492. De voorwaarde hiervoor is dat de executoriale titel die de beslaglegger heeft verkregen, de verplichting tot afgifte van de betreffende zaak inhoudt.