Artikel 721 (Betekeningsplicht hoofdzaak derde termijn nietigheid)
De beslaglegger is op straffe van nietigheid van het beslag verplicht om, zo de eis in de hoofdzaak na het beslag wordt ingesteld, binnen acht dagen na dit instellen een afschrift van de dagvaarding of, zo de eis op andere wijze is ingesteld, van het stuk waarbij het is geschied, aan de derde te betekenen. De voorzieningenrechter kan deze termijn op verzoek van de beslaglegger verlengen, in dier voege dat de verlenging om haar werking te hebben binnen acht dagen na het verstrijken van de termijn schriftelijk aan de derde moet zijn medegedeeld. Tegen de beschikking is geen hogere voorziening toegelaten.
Uitleg in duidelijke taal
De beslaglegger is op straffe van nietigheid van het beslag verplicht om, zo de eis in de hoofdzaak na het beslag wordt ingesteld, binnen acht dagen na dit instellen een afschrift van de dagvaarding of, zo de eis op andere wijze is ingesteld, van het stuk waarbij het is geschied, aan de derde te betekenen. De voorzieningenrechter kan deze termijn op verzoek van de beslaglegger verlengen, in dier voege dat de verlenging om haar werking te hebben binnen acht dagen na het verstrijken van de termijn schriftelijk aan de derde moet zijn medegedeeld. Tegen de beschikking is geen hogere voorziening toegelaten.
Verder stelt het artikel dat de voorzieningenrechter deze termijn op verzoek van de beslaglegger kan verlengen. Deze verlenging heeft echter pas werking (is pas geldig) op voorwaarde dat (in dier voege dat) de mededeling van de verlenging binnen acht dagen na het verstrijken van de termijn schriftelijk aan de derde moet zijn medegedeeld.
Tot slot bepaalt het artikel dat tegen de beschikking (de beslissing van de voorzieningenrechter over de verlenging) geen hogere voorziening toegelaten is (men kan hiertegen niet in hoger beroep of cassatie).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AU4691
ECLI:NL:HR:2010:BM6082
ECLI:NL:HR:2010:BN6127
ECLI:NL:HR:2019:1591 - Vordering conservatoir beslag: specificatie concrete voorwerpen niet altijd verplicht
De Hoge Raad oordeelt dat een vordering tot machtiging voor conservatoir beslag niet altijd de concrete voorwerpen hoeft te specificeren. Wel moet de officier van justitie zo duidelijk mogelijk de aard van het voorgenomen beslag vermelden.