Artikel 720 (Conservatoir derdenbeslag overeenkomstige toepassing en voorwaarden)
De artikelen 475, derde lid, 475a, 475b tot en met 475i, 476a en 476b, 479 en 479a zijn van overeenkomstige toepassing. In het geval van artikel 475a, vierde lid, moet de vordering waarop het beslag wordt gelegd in het verzoekschrift waarbij verlof van de voorzieningenrechter wordt gevraagd, uitdrukkelijk worden omschreven. Verlof tot het leggen van beslag op een vordering tot een in artikel 475c vermelde periodieke betaling kan slechts worden verleend, nadat de schuldenaar is gehoord of hij de gelegenheid te worden gehoord, ongebruikt heeft laten voorbijgaan.
Uitleg in duidelijke taal
De artikelen 475, derde lid, 475a, 475b tot en met 475i, 476a en 476b, 479 en 479a zijn van overeenkomstige toepassing. In het geval van artikel 475a, vierde lid, moet de vordering waarop het beslag wordt gelegd in het verzoekschrift waarbij verlof van de voorzieningenrechter wordt gevraagd, uitdrukkelijk worden omschreven. Verlof tot het leggen van beslag op een vordering tot een in artikel 475c vermelde periodieke betaling kan slechts worden verleend, nadat de schuldenaar is gehoord of hij de gelegenheid te worden gehoord, ongebruikt heeft laten voorbijgaan.
Verder preciseert het artikel het volgende:
- Wanneer de situatie van artikel 475a, vierde lid, zich voordoet, dan moet de vordering waarvoor het beslag wordt aangevraagd, expliciet en duidelijk (uitdrukkelijk) worden beschreven in het verzoekschrift waarmee toestemming (verlof) aan de voorzieningenrechter wordt gevraagd.
- Toestemming (verlof) om beslag te leggen op een vordering die betrekking heeft op een periodieke betaling zoals genoemd in artikel 475c, kan pas worden gegeven nadat de schuldenaar hierover is gehoord, of wanneer de schuldenaar de geboden kans om gehoord te worden niet heeft gebruikt (ongebruikt heeft laten voorbijgaan).