Artikel 679 (Benoeming deskundige waardeschatting gemeenschap)
1. Indien partijen het niet eens worden over de benoeming van een deskundige om de waarde van een of meer der te verdelen goederen te schatten, geschiedt de benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de goederen zich bevinden. Bevinden zij zich in het buitenland, dan is de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam bevoegd.
2. Is met betrekking tot de verdeling een procedure aanhangig, dan kan de benoeming ook, op verlangen van een der partijen of ambtshalve, worden gedaan door de rechter voor wie de zaak in eerste aanleg of in hoger beroep dient of door de rechter voor wie een getuigenverhoor of verschijning van partijen is gelast.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien partijen het niet eens worden over de benoeming van een deskundige om de waarde van een of meer der te verdelen goederen te schatten, geschiedt de benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de goederen zich bevinden. Bevinden zij zich in het buitenland, dan is de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam bevoegd.
Dit lid bepaalt dat als partijen het niet eens worden over de benoeming van een deskundige om de waarde van een of meer der te verdelen goederen te schatten, de benoeming dan geschiedt op verzoek van de meest gerede partij. Deze benoeming wordt gedaan door de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de goederen zich bevinden. Wanneer de goederen zich in het buitenland bevinden, dan is de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam bevoegd voor de benoeming.
2. Is met betrekking tot de verdeling een procedure aanhangig, dan kan de benoeming ook, op verlangen van een der partijen of ambtshalve, worden gedaan door de rechter voor wie de zaak in eerste aanleg of in hoger beroep dient of door de rechter voor wie een getuigenverhoor of verschijning van partijen is gelast.
Dit lid specificeert dat als er met betrekking tot de verdeling een procedure aanhangig is, de benoeming van een deskundige ook kan plaatsvinden. Dit kan gebeuren op verlangen van een der partijen (op verzoek van een van de partijen) of ambtshalve (op initiatief van de rechter zelf). De benoeming kan dan worden gedaan door de rechter voor wie de zaak in eerste aanleg of in hoger beroep dient, of door de rechter voor wie een getuigenverhoor of verschijning van partijen is gelast.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:637 - Verdeling stelplicht en bewijslast bij finale verrekening onbetaalde meewerkbeloning
Bij een finale verrekening rust de stelplicht en bewijslast voor de omvang en waarde van het te verrekenen vermogen op de echtgenoot die verrekening vordert. Het bewijsvermoeden van art. 1:141 lid 3 BW ziet enkel op de herkomst van het vermogen, niet op de waarde ervan.