Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Vijfde titel. Van lijfsdwang en de tenuitvoerlegging van lijfsdwang en van dwangsom
Derde afdeling. Van dwangsom
Artikel 611e

Artikel 611e (Dwangsom bij faillissement en schuldsanering)

Laatste versie

1. De dwangsom kan gedurende het faillissement van de veroordeelde niet worden verbeurd.

2. Dwangsommen die vóór de faillietverklaring verbeurd zijn, worden in het passief van het faillissement niet toegelaten.

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, met dien verstande dat dwangsommen tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling kunnen worden opgelegd en verbeurd ter zake van vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling niet werkt.

Uitleg in duidelijke taal

1. De dwangsom kan gedurende het faillissement van de veroordeelde niet worden verbeurd.

Dit betekent dat een dwangsom niet opeisbaar wordt (verbeurd) zolang de persoon die veroordeeld is tot het betalen ervan, failliet is (gedurende het faillissement van de veroordeelde).

2. Dwangsommen die vóór de faillietverklaring verbeurd zijn, worden in het passief van het faillissement niet toegelaten.

Dit houdt in dat dwangsommen die al opeisbaar waren geworden (verbeurd zijn) voordat de faillietverklaring plaatsvond, niet als schuld (in het passief) in het faillissement worden opgenomen (niet toegelaten).

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, met dien verstande dat dwangsommen tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling kunnen worden opgelegd en verbeurd ter zake van vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling niet werkt.

Dit betekent dat de regels uit het eerste en tweede lid op een vergelijkbare manier gelden (van overeenkomstige toepassing zijn) bij de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. Echter, met de belangrijke toevoeging (met dien verstande) dat dwangsommen wel kunnen worden opgelegd en opeisbaar kunnen worden (verbeurd) tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit geldt specifiek voor vorderingen (eisen) ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling niet werkt (geen effect heeft).