Artikel 611d (Dwangsom wijzigen door onmogelijkheid voldoen hoofdveroordeling)
1. De rechter die een dwangsom heeft opgelegd, kan op vordering van de veroordeelde de dwangsom opheffen, de looptijd ervan opschorten gedurende de door hem te bepalen termijn of de dwangsom verminderen in geval van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen.
2. Voor zover de dwangsom verbeurd was voordat de onmogelijkheid intrad, kan de rechter haar niet opheffen of verminderen.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter die een dwangsom heeft opgelegd, kan op vordering van de veroordeelde de dwangsom opheffen, de looptijd ervan opschorten gedurende de door hem te bepalen termijn of de dwangsom verminderen in geval van blijvende of tijdelijke, gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de veroordeelde om aan de hoofdveroordeling te voldoen.
Dit betekent letterlijk: De rechter die een dwangsom heeft opgelegd, is bevoegd om, indien de veroordeelde partij hierom verzoekt (op vordering van de veroordeelde), de dwangsom te beëindigen (opheffen). De rechter kan eveneens de periode gedurende welke de dwangsom van kracht is (de looptijd ervan) tijdelijk onderbreken (opschorten) voor een door de rechter vast te stellen periode (gedurende de door hem te bepalen termijn). Daarnaast kan de rechter de hoogte van de dwangsom verlagen (verminderen). Deze maatregelen zijn mogelijk in een situatie waarin het voor de veroordeelde blijvend of tijdelijk, en geheel of gedeeltelijk, onmogelijk is (onmogelijkheid) om te voldoen aan de primaire veroordeling (de hoofdveroordeling).
2. Voor zover de dwangsom verbeurd was voordat de onmogelijkheid intrad, kan de rechter haar niet opheffen of verminderen.
Dit betekent letterlijk: In het geval dat de dwangsom al verschuldigd was geworden (verbeurd was) voordat de situatie van onmogelijkheid zich voordeed (intrad), heeft de rechter niet de bevoegdheid om deze reeds verbeurde dwangsom op te heffen of te verminderen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2015:396
ECLI:NL:HR:2017:2455
ECLI:NL:HR:2019:1941 - Taakverdeling dwangsomrechter en executierechter bij opheffing dwangsom
De rechter die oordeelt over opheffing van een dwangsom (art. 611d Rv) mag niet beoordelen of aan de hoofdveroordeling is voldaan. Die vraag is voorbehouden aan de executierechter. De dwangsomrechter beoordeelt enkel de onmogelijkheid om aan de hoofdveroordeling te voldoen.
ECLI:NL:HR:2017:310 - Dwangsom zonder maximum voor fiscale inlichtingenplicht is civielrechtelijk toelaatbaar
Een rechter is op grond van art. 611b Rv niet verplicht een maximum te verbinden aan een op te leggen dwangsom. Het is een discretionaire bevoegdheid. Het opleggen van een niet-gemaximeerde dwangsom om een fiscale inlichtingenplicht af te dwingen is geen punitieve sanctie.
ECLI:NL:HR:2010:BL0004
ECLI:NL:HR:2020:1783 - Noodweg en Dwangsom: Verantwoordelijkheid Eigenaar voor Gedrag van Huurders
Een eigenaar kan een dwangsom opgelegd krijgen voor overtreding van voorwaarden van een noodweg door diens huurders. De aanwijzing van een noodweg kan echter niet het recht omvatten om delen van het bezwaarde erf te gebruiken die buiten de noodweg zelf vallen.