Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. De directeur van het huis van bewaring schrijft de gegevens bedoeld in artikel 598, tweede lid, onder a tot en met h, in in zijn register.

Dit lid bepaalt dat de directeur van het huis van bewaring verplicht is om de gegevens, die gespecificeerd zijn in artikel 598, tweede lid, onder a tot en met h, in te schrijven in het register van het huis van bewaring.

2. De deurwaarder verstrekt de directeur afschriften van het vonnis of de beschikking waarin de tenuitvoerlegging bij lijfsdwang werd toegestaan en van de akte van insluiting. Deze afschriften worden bij het in het eerste lid bedoelde register gevoegd. Indien de deurwaarder de afschriften niet verstrekt, weigert de directeur de opname van de schuldenaar.

Dit lid legt uit dat de deurwaarder de directeur van het huis van bewaring kopieën (afschriften) moet geven van het vonnis of de beschikking waarin de toepassing van lijfsdwang is toegestaan. Ook moet de deurwaarder een afschrift van de akte van insluiting verstrekken. Deze afschriften worden vervolgens toegevoegd aan het register dat in het eerste lid wordt genoemd. Als de deurwaarder deze vereiste afschriften niet aanlevert, dan zal de directeur de opname van de schuldenaar in het huis van bewaring weigeren.