Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Vijfde titel. Van lijfsdwang en de tenuitvoerlegging van lijfsdwang en van dwangsom
Eerste afdeling. Lijfsdwang
Artikel 585

Artikel 585 (Toestaan tenuitvoerlegging bij lijfsdwang)

Laatste versie

De rechter kan op verlangen van de schuldeiser de tenuitvoerlegging bij lijfsdwang toestaan van: a. vonnissen en beschikkingen, voor zover zij een veroordeling tot iets anders dan het betalen van geld inhouden; b. vonnissen, beschikkingen en authentieke akten waarbij een uitkering tot levensonderhoud, krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek verschuldigd, daaronder begrepen het verschuldigde voor verzorging en opvoeding van een minderjarige en voor levensonderhoud en studie van een meerderjarige die de leeftijd van een en twintig jaren niet heeft bereikt, is bevolen of toegezegd, alsmede beschikkingen waarbij een uitkering krachtens artikel 84, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek door de ene echtgenoot of geregistreerde partner aan de andere verschuldigd, is bevolen, en beschikkingen tot verhaal op grond van de Participatiewet.

Uitleg in duidelijke taal

De rechter kan op verlangen van de schuldeiser de tenuitvoerlegging bij lijfsdwang toestaan van:

Dit artikel bepaalt dat de rechter, indien een schuldeiser hierom verzoekt (op verlangen van de schuldeiser), kan toestaan dat lijfsdwang wordt toegepast (de tenuitvoerlegging bij lijfsdwang toestaan) voor de hierna genoemde gevallen:

a. vonnissen en beschikkingen, voor zover zij een veroordeling tot iets anders dan het betalen van geld inhouden;

Dit betreft vonnissen (uitspraken van een rechter in een dagvaardingsprocedure) en beschikkingen (uitspraken van een rechter in een verzoekschriftprocedure), maar uitsluitend voor het deel (voor zover) waarin deze een veroordeling opleggen om iets anders te doen of na te laten dan het betalen van een geldsom.

b. vonnissen, beschikkingen en authentieke akten waarbij een uitkering tot levensonderhoud, krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek verschuldigd, daaronder begrepen het verschuldigde voor verzorging en opvoeding van een minderjarige en voor levensonderhoud en studie van een meerderjarige die de leeftijd van een en twintig jaren niet heeft bereikt, is bevolen of toegezegd, alsmede beschikkingen waarbij een uitkering krachtens artikel 84, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek door de ene echtgenoot of geregistreerde partner aan de andere verschuldigd, is bevolen, en beschikkingen tot verhaal op grond van de Participatiewet.

Dit betreft vonnissen, beschikkingen en authentieke akten (akten opgesteld door een daartoe bevoegde ambtenaar, zoals een notaris) waarbij een uitkering tot levensonderhoud is bevolen (opgelegd door de rechter) of toegezegd (overeengekomen in een authentieke akte). Deze uitkering moet verschuldigd zijn op basis van de regels in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Hieronder valt ook het bedrag dat verschuldigd is voor de verzorging en opvoeding van een minderjarig kind, en voor het levensonderhoud en de studie van een meerderjarig kind dat de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet heeft bereikt. Eveneens gaat het om beschikkingen waarbij een uitkering, die de ene echtgenoot of geregistreerde partner aan de andere verschuldigd is op grond van artikel 84, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, is bevolen. Ten slotte betreft het beschikkingen die strekken tot verhaal (terugvordering) van kosten op grond van de Participatiewet.