Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. De koopprijs wordt gestort in handen van de notaris, de griffier of de deurwaarder, naar gelang de verkoop plaats heeft gevonden met toepassing van artikel 570, 575 of 576, dan wel bij een door de notaris, de griffier of deurwaarder aan te wijzen bewaarder die aan de eisen van artikel 445 voldoet, telkens onverminderd de bevoegdheid van de koper om in afwachting van de betaling voldoende zekerheid te stellen.

Dit artikelonderdeel betekent letterlijk dat de koopprijs moet worden gestort bij de notaris, de griffier of de deurwaarder. De keuze hangt af van (naar gelang) of de verkoop heeft plaatsgevonden volgens de regels van artikel 570, 575 of 576. De koopprijs kan ook (dan wel) worden gestort bij een bewaarder die door de notaris, de griffier of de deurwaarder wordt aangewezen, mits deze bewaarder voldoet aan de eisen van artikel 445. Dit alles doet geen afbreuk aan (is telkens onverminderd) de bevoegdheid van de koper om, in afwachting van de betaling, voldoende zekerheid te stellen.

2. Bij gebreke van een zodanige betaling, bewaring of zekerheidsstelling is de executant bevoegd het schip ten laste van de koper met inachtneming van artikel 570 en volgende wederom te verkopen. De executant is tot deze verkoop gehouden, indien een van de bij de opbrengst direct belanghebbenden dit verlangt.

Dit artikelonderdeel betekent letterlijk dat als (bij gebreke van) een dergelijke betaling, bewaring van de koopprijs, of het stellen van zekerheid niet plaatsvindt, de executant (degene die de executie uitvoert) bevoegd is om het schip opnieuw te verkopen. Deze herverkoop vindt plaats voor rekening en risico van de koper (ten laste van de koper) en met inachtneming van de bepalingen van artikel 570 en de daaropvolgende artikelen. De executant is verplicht (gehouden) tot deze herverkoop, indien een van degenen die een direct belang hebben bij de opbrengst (direct belanghebbenden) dit eist (verlangt).