Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Vierde titel. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van schepen en luchtvaartuigen
Eerste afdeling. Van executoriaal beslag op en executie van schepen
Artikel 567

Artikel 567 (Gevolgen beslag niet-teboekgestelde schepen)

Laatste versie

Een inbeslagneming van schepen die niet te boek staan in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, heeft tot gevolg dat een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, totstandgekomen na de in artikel 565, derde lid, bedoelde betekening, niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen.

Uitleg in duidelijke taal

Een inbeslagneming van schepen die niet te boek staan in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, heeft tot gevolg dat een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, totstandgekomen na de in artikel 565, derde lid, bedoelde betekening, niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen.

Dit artikel stelt dat wanneer schepen die niet te boek staan in de openbare registers (zoals omschreven in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek) in beslag worden genomen, dit als gevolg heeft dat bepaalde rechtshandelingen niet tegen de beslaglegger kunnen worden aangevoerd. Deze rechtshandelingen zijn: een vervreemding (zoals verkoop), bezwaring (bijvoorbeeld met een recht van hypotheek), onderbewindstelling, verhuring of vervrachting van het schip. Een voorwaarde is dat deze handelingen totstandgekomen moeten zijn na de betekening die genoemd wordt in artikel 565, derde lid. Dergelijke handelingen kunnen dan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.