Artikel 566 (Inschrijving proces-verbaal inbeslagneming teboekstaande schepen)
1. Het proces-verbaal van inbeslagneming van schepen die te boek staan in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, zal worden ingeschreven in die registers.
2. Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, totstandgekomen na de inschrijving van het proces-verbaal, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.
3. De in artikel 565, derde lid, bedoelde betekening dient tevens binnen acht dagen na de inschrijving te geschieden.
4. Artikel 513a is van overeenkomstige toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het proces-verbaal van inbeslagneming van schepen die te boek staan in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, zal worden ingeschreven in die registers.
Dit lid bepaalt dat het officiële verslag (proces-verbaal) van de inbeslagneming van schepen die geregistreerd zijn (te boek staan) in de openbare registers, zoals omschreven in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, in diezelfde registers moet worden ingeschreven.
2. Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, totstandgekomen na de inschrijving van het proces-verbaal, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.
Dit lid stelt dat indien een schip wordt verkocht (vervreemding), belast met een schuld (bezwaring), onder bewind wordt gesteld (onderbewindstelling), wordt verhuurd (verhuring) of wordt bevracht (vervrachting) nadat het proces-verbaal van inbeslagneming is ingeschreven, deze handelingen niet geldig zijn ten opzichte van de partij die beslag heeft gelegd (de beslaglegger).
3. De in artikel 565, derde lid, bedoelde betekening dient tevens binnen acht dagen na de inschrijving te geschieden.
Dit lid schrijft voor dat de officiële kennisgeving (betekening) zoals bedoeld in artikel 565, derde lid, ook binnen een termijn van acht dagen na de inschrijving van het proces-verbaal van inbeslagneming moet plaatsvinden.
4. Artikel 513a is van overeenkomstige toepassing.
Dit lid geeft aan dat artikel 513a op een vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) geldt voor de situatie die in dit artikel wordt geregeld.