Artikel 54 (Betekening exploten onbekende woonplaats verblijfplaats)
1. Ten aanzien van hen die geen bekende woonplaats in Nederland hebben, geschiedt de betekening ter plaatse van hun werkelijk verblijf.
2. Indien de woonplaats en het werkelijk verblijf onbekend zijn en het exploot een te voeren of aanhangige procedure betreft, alsmede indien in rechte worden opgeroepen houders van aandelen of andere effecten, welke niet op naam staan of waarvan de houders niet bij name bekend zijn, geschiedt de betekening aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij het gerecht waar de zaak moet dienen of dient. Indien de zaak dient of moet dienen bij de Hoge Raad, geschiedt de betekening aan het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Voorts wordt een uittreksel van het exploot zo spoedig mogelijk bekend gemaakt in de Staatscourant onder vermelding van naam en kantooradres van de deurwaarder of van de advocaat van wie afschrift van het exploot kan worden verkregen.
3. Gelijkelijk wordt gehandeld ten aanzien van rechtspersonen, bestaande of ontbonden, bij gebreke van kantoor, bestuurder of vereffenaar, of wanneer de bestuurder of vereffenaar geen bekend kantoor, bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf heeft.
4. Indien het exploot niet een te voeren of aanhangige procedure betreft, geschiedt de betekening aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de verzoeker zijn woonplaats of, bij gebreke daarvan, zijn werkelijk verblijf heeft, terwijl een uittreksel van het exploot voorts bekend wordt gemaakt in de Staatscourant, onder vermelding van naam en kantooradres van de deurwaarder of van de advocaat van wie afschrift van het exploot kan worden verkregen. Heeft de verzoeker geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf in Nederland, dan geschiedt de betekening aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij de rechtbank Den Haag.
5. Indien het exploot ten verzoeke van de ene echtgenoot of geregistreerde partner aan de andere wordt gedaan, houdt het de naam van de raadsman van die andere echtgenoot of geregistreerde partner in, indien deze bekend is.
Uitleg in duidelijke taal
1. Ten aanzien van hen die geen bekende woonplaats in Nederland hebben, geschiedt de betekening ter plaatse van hun werkelijk verblijf.
Dit betekent dat voor personen die geen bekende woonplaats in Nederland hebben, de officiële overhandiging van het exploot (betekening) plaatsvindt op de locatie van hun werkelijke verblijfplaats.
2. Indien de woonplaats en het werkelijk verblijf onbekend zijn en het exploot een te voeren of aanhangige procedure betreft, alsmede indien in rechte worden opgeroepen houders van aandelen of andere effecten, welke niet op naam staan of waarvan de houders niet bij name bekend zijn, geschiedt de betekening aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij het gerecht waar de zaak moet dienen of dient. Indien de zaak dient of moet dienen bij de Hoge Raad, geschiedt de betekening aan het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Voorts wordt een uittreksel van het exploot zo spoedig mogelijk bekend gemaakt in de Staatscourant onder vermelding van naam en kantooradres van de deurwaarder of van de advocaat van wie afschrift van het exploot kan worden verkregen.
Dit lid beschrijft de procedure wanneer zowel de woonplaats als de werkelijke verblijfplaats onbekend zijn. Als het exploot betrekking heeft op een procedure die nog gestart moet worden of al loopt, of als houders van aandelen of andere effecten die niet op naam staan of waarvan de houders niet bij naam bekend zijn, voor de rechter worden gedaagd, dan vindt de betekening plaats aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij het gerecht waar de zaak behandeld moet worden of wordt behandeld. Als de zaak dient of moet dienen bij de Hoge Raad, gebeurt de betekening aan het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Bovendien wordt een samenvatting (uittreksel) van het exploot zo snel mogelijk gepubliceerd in de Staatscourant, met vermelding van de naam en het kantooradres van de deurwaarder of advocaat waar een kopie van het exploot te verkrijgen is.
3. Gelijkelijk wordt gehandeld ten aanzien van rechtspersonen, bestaande of ontbonden, bij gebreke van kantoor, bestuurder of vereffenaar, of wanneer de bestuurder of vereffenaar geen bekend kantoor, bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf heeft.
Op eenzelfde wijze als beschreven in lid 2 wordt gehandeld met betrekking tot rechtspersonen, ongeacht of deze nog bestaan of ontbonden zijn, indien zij geen kantoor, bestuurder of vereffenaar hebben, of als de bestuurder of vereffenaar geen bekend kantoor, bekende woonplaats of bekende werkelijke verblijfplaats heeft.
4. Indien het exploot niet een te voeren of aanhangige procedure betreft, geschiedt de betekening aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de verzoeker zijn woonplaats of, bij gebreke daarvan, zijn werkelijk verblijf heeft, terwijl een uittreksel van het exploot voorts bekend wordt gemaakt in de Staatscourant, onder vermelding van naam en kantooradres van de deurwaarder of van de advocaat van wie afschrift van het exploot kan worden verkregen. Heeft de verzoeker geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf in Nederland, dan geschiedt de betekening aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij de rechtbank Den Haag.
Wanneer het exploot geen betrekking heeft op een procedure die nog gestart moet worden of al loopt (en de woonplaats/verblijfplaats van de geadresseerde onbekend is), dan vindt de betekening plaats aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij de rechtbank in het rechtsgebied waar de indiener van het verzoek (verzoeker) zijn woonplaats heeft, of als die ontbreekt, zijn werkelijke verblijfplaats. Ook hier wordt een uittreksel van het exploot gepubliceerd in de Staatscourant, met vermelding van de naam en het kantooradres van de deurwaarder of advocaat waar een kopie van het exploot te verkrijgen is. Indien de verzoeker geen bekende woonplaats of bekende werkelijke verblijfplaats in Nederland heeft, vindt de betekening plaats aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij de rechtbank Den Haag.
5. Indien het exploot ten verzoeke van de ene echtgenoot of geregistreerde partner aan de andere wordt gedaan, houdt het de naam van de raadsman van die andere echtgenoot of geregistreerde partner in, indien deze bekend is.
Als het exploot op verzoek van de ene echtgenoot of geregistreerde partner aan de andere echtgenoot of geregistreerde partner wordt betekend, dan moet het exploot de naam van de advocaat (raadsman) van die andere echtgenoot of geregistreerde partner bevatten, mits de naam van deze advocaat bekend is.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:1052 - Hoge Raad: BRP-briefadres geldt als gekozen woonplaats voor betekening - 27 juni 2019
Een in de BRP opgenomen briefadres kwalificeert als een gekozen woonplaats in de zin van artikel 1:15 BW. Exploitanten moeten exploten aan dit adres betekenen, niet via openbare betekening. Dit verhoogt de kans dat het exploot de betrokkene daadwerkelijk bereikt.
ECLI:NL:HR:2017:1182 - Verjaring vordering op niet meer bestaande rechtspersoon en de gevolgen voor borgtocht - 29 juni 2017
De verjaring van een vordering op een rechtspersoon die is opgehouden te bestaan na opheffing van het faillissement bij gebrek aan baten, loopt voort zonder dat stuiting nodig is. De verjaringstermijn wordt verlengd op grond van artikel 2:23c lid 2 BW, waardoor de borgtocht niet tenietgaat.
ECLI:NL:HR:2013:BY9084 - Dagvaarden onbekende erfgenamen: de juiste route via de vereffenaar - 4 april 2013
Het dagvaarden van onbekende erfgenamen kan niet via artikel 53 of 54 Rv als hun namen en woonplaatsen ontbreken. De Hoge Raad wijst op de juiste weg: het aanvragen van een vereffenaar voor de nalatenschap, die vervolgens rechtsgeldig kan worden gedagvaard namens de gezamenlijke erfgenamen.
ECLI:NL:HR:2000:AA4278 - Hoge Raad - 13 januari 2000
ECLI:NL:HR:2013:CA3743 - Stuiting van verjaring jegens een opgehouden rechtspersoon - 5 december 2013
Het recht tot dwanginvordering op een rechtspersoon die heeft opgehouden te bestaan, kan worden gestuit door betekening van een dwangbevel conform artikel 54 Rv. Heropening van de vereffening (art. 2:23c BW) is hiervoor niet vereist als er geen ander belang is dan stuiting van de verjaring.
ECLI:NL:HR:2011:BQ7066 - Burgerlijke rechter niet bevoegd tot toetsing belastingaanslag in schuldeisersgeschil - 8 september 2011
Een derde-schuldeiser die concurreert met de fiscus kan bij de burgerlijke rechter niet de inhoudelijke juistheid van de onderliggende belastingaanslag betwisten. De rechter mag enkel onderzoeken of er een invorderbare aanslag is die als geldige titel voor de invorderingsmaatregelen van de Ontvanger dient.
ECLI:NL:HR:2010:BO6879 - Geldigheid schorsing geding na executoriale verkoop van betwiste vorderingen - 9 december 2010
Verweren tegen de geldigheid van een executoriaal beslag en de daaropvolgende verkoop, zoals misbruik van bevoegdheid, kunnen in een schorsingsincident niet worden tegengeworpen aan de koper van de vordering. De rechtsverhouding met de executerende schuldeiser moet in een aparte procedure worden beoordeeld.
ECLI:NL:HR:2003:AF2831 - Hoge Raad - 3 april 2003
ECLI:NL:HR:2021:1407 - Verzettermijn buitenlandse gedaagde en oproepplicht bij processueel ondeelbare rechtsverhouding - 30 september 2021
De verzettermijn is ook acht weken voor een in het buitenland wonende gedaagde wiens verblijfplaats onbekend is. In een uitkoopprocedure, een processueel ondeelbare rechtsverhouding, moet de partij die verzet instelt, en niet de oorspronkelijke eiser, de overige betrokken aandeelhouders oproepen.