Artikel 51 (Betekening aan vennootschappen en maatschappen)
1. Ten aanzien van vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen geschiedt de betekening aan hun kantoor of aan de persoon of de woonplaats van een van de beherende vennoten. Na de ontbinding geschiedt zij aan het kantoor, de persoon of de woonplaats van een van de vereffenaars. Indien afschrift van het exploot wordt gelaten aan een beherende vennoot, of, na de ontbinding, aan een vereffenaar, is het exploot gedaan aan de vennootschap in persoon.
2. Ten aanzien van maatschappen die een gemeenschappelijke naam voeren, geschiedt de betekening aan hun kantoor.
Uitleg in duidelijke taal
1. Ten aanzien van vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen geschiedt de betekening aan hun kantoor of aan de persoon of de woonplaats van een van de beherende vennoten. Na de ontbinding geschiedt zij aan het kantoor, de persoon of de woonplaats van een van de vereffenaars. Indien afschrift van het exploot wordt gelaten aan een beherende vennoot, of, na de ontbinding, aan een vereffenaar, is het exploot gedaan aan de vennootschap in persoon.
- Normaal gesproken geschiedt de betekening aan hun kantoor, of aan de persoon of de woonplaats van een van de beherende vennoten.
- Na de ontbinding van de vennootschap geschiedt de betekening aan het kantoor, de persoon of de woonplaats van een van de vereffenaars.
- Indien een afschrift van het exploot wordt gelaten bij een beherende vennoot (of na ontbinding bij een vereffenaar), dan wordt het exploot beschouwd als gedaan aan de vennootschap in persoon.
2. Ten aanzien van maatschappen die een gemeenschappelijke naam voeren, geschiedt de betekening aan hun kantoor.
Dit lid stelt dat voor maatschappen die een gemeenschappelijke naam voeren, de betekening geschiedt aan hun kantoor.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:649 - VOF failliet: positie werknemersvorderingen in privéschuldsanering van de vennoten
Een arbeidsovereenkomst met een VOF geldt als een overeenkomst met de gezamenlijke vennoten. Hierdoor zijn vorderingen van werknemers (en UWV) niet alleen preferent op het VOF-vermogen, maar ook op het privévermogen van elke vennoot in diens faillissement of schuldsanering.