Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Derde titel. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op onroerende zaken
Eerste afdeling. Van executoriaal beslag op onroerende zaken
Artikel 509

Artikel 509 (Overname executie onroerende zaken door hypotheekhouder)

Laatste versie

1. Indien een hypotheekhouder die uit hoofde van zijn recht bevoegd is tot executoriale verkoop, de executie wil overnemen en dit binnen veertien dagen nadat het beslag aan hem is betekend, aanzegt aan de executant met inachtneming van artikel 544, tweede lid, geschiedt de executie verder door de hypotheekhouder en zijn de desbetreffende bepalingen van toepassing.

2. Zijn er meer hypotheekhouders, dan komt deze bevoegdheid toe aan de hoogst gerangschikte hypotheekhouder, die de in het eerste lid bedoelde aanzegging heeft gedaan.

3. Wordt niet binnen veertien dagen een aanzegging als in het eerste lid bedoeld gedaan, dan is de beslaglegger bevoegd de executie voort te zetten.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien een hypotheekhouder die uit hoofde van zijn recht bevoegd is tot executoriale verkoop, de executie wil overnemen en dit binnen veertien dagen nadat het beslag aan hem is betekend, aanzegt aan de executant met inachtneming van artikel 544, tweede lid, geschiedt de executie verder door de hypotheekhouder en zijn de desbetreffende bepalingen van toepassing.

Dit betekent letterlijk: Als een hypotheekhouder die op grond van zijn recht de bevoegdheid heeft tot executoriale verkoop, de executie wil overnemen, en hij dit binnen veertien dagen nadat het beslag aan hem is betekend (officieel is medegedeeld), aanzegt aan de executant (degene die de executie is gestart) terwijl hij artikel 544, tweede lid, in acht neemt, dan wordt de executie verder door de hypotheekhouder uitgevoerd en zijn de daarop betrekking hebbende desbetreffende bepalingen van toepassing.

2. Zijn er meer hypotheekhouders, dan komt deze bevoegdheid toe aan de hoogst gerangschikte hypotheekhouder, die de in het eerste lid bedoelde aanzegging heeft gedaan.

Dit betekent letterlijk: Als er meer hypotheekhouders zijn, dan verkrijgt de hoogst gerangschikte hypotheekhouder die de aanzegging zoals genoemd in het eerste lid heeft gedaan, deze bevoegdheid (om de executie over te nemen).

3. Wordt niet binnen veertien dagen een aanzegging als in het eerste lid bedoeld gedaan, dan is de beslaglegger bevoegd de executie voort te zetten.

Dit betekent letterlijk: Als er niet binnen veertien dagen een aanzegging zoals bedoeld in het eerste lid wordt gedaan, dan heeft de beslaglegger (degene die het beslag heeft gelegd) de bevoegdheid om de executie voort te zetten.