Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Eerste titel. Algemene bepalingen
Eerste afdeling. Rechtsmacht van de Nederlandse rechter
Artikel 5

Artikel 5 (Rechtsmacht ouderlijke verantwoordelijkheid kind buitenland)

Laatste versie

Onverminderd artikel 1 heeft de Nederlandse rechter in zaken betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid geen rechtsmacht indien het kind zijn gewone verblijfplaats niet in Nederland heeft, tenzij hij zich in een uitzonderlijk geval, wegens de verbondenheid van de zaak met de rechtssfeer van Nederland, in staat acht het belang van het kind naar behoren te beoordelen.

Uitleg in duidelijke taal

Onverminderd artikel 1 heeft de Nederlandse rechter in zaken betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid geen rechtsmacht indien het kind zijn gewone verblijfplaats niet in Nederland heeft, tenzij hij zich in een uitzonderlijk geval, wegens de verbondenheid van de zaak met de rechtssfeer van Nederland, in staat acht het belang van het kind naar behoren te beoordelen.

Dit artikel bepaalt, met behoud van wat in artikel 1 is vastgelegd (onverminderd artikel 1), dat de Nederlandse rechter in zaken betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid geen rechtsmacht heeft als het kind zijn gewone verblijfplaats niet in Nederland heeft. Hierop bestaat een uitzondering: de rechter kan wel rechtsmacht hebben als hij oordeelt dat er sprake is van een uitzonderlijk geval. Dit kan de rechter doen vanwege de verbondenheid van de zaak met de rechtssfeer van Nederland, en als hij zichzelf in staat acht het belang van het kind naar behoren te beoordelen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1085 - Rechtsmacht Nederlandse rechter bij kinderontvoering naar niet-verdragsland

ECLI:NL:HR:2019:10855 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De uitsluiting van cassatieberoep bij kinderontvoering (art. 13 lid 8 Uwik) geldt niet voor een bevoegdheidsbeslissing. In zaken van kinderontvoering naar een niet-verdragsland wordt de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bepaald aan de hand van art. 3 Rv, waarbij de eerdere gewone verblijfplaats van het kind een belangrijke aanknopingsfactor is.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Personen En Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA7043

ECLI:NL:HR:2000:AA70438 september 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1059 - Hoge Raad: Betekening in Aruba en Waarborgen voor Hoor en Wederhoor

ECLI:NL:HR:2017:10599 juni 2017Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een geïntimeerde uit het buitenland niet verschijnt in een Arubaanse hoger beroepsprocedure, moet het hof ambtshalve onderzoeken of de stukken hem daadwerkelijk hebben bereikt. De Arubaanse wet biedt minder waarborgen, waardoor de rechter actief het recht op hoor en wederhoor moet beschermen.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3070

ECLI:NL:HR:2014:307031 oktober 2014Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ2593

ECLI:NL:HR:2007:AZ259316 februari 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1993:ZC1027

ECLI:NL:HR:1993:ZC10271 juli 1993Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht, Letselschaderecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ7772

ECLI:NL:HR:2007:AZ777227 april 2007Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA7044

ECLI:NL:HR:2000:AA70448 september 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1942:94

ECLI:NL:HR:1942:9416 oktober 1942Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1967:AB5476

ECLI:NL:HR:1967:AB547621 april 1967Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht, Bouwrecht