Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. De griffier doet onverwijld aan de voormelde belanghebbenden bij gewone brief mededeling van de benoeming van de rechter-commissaris, met vermelding van de termijn waarbinnen de in het tweede lid bedoelde aanmelding van de vorderingen moet plaatsvinden.

Dit betekent letterlijk dat de griffier zonder uitstel (onverwijld) aan de eerder genoemde (voormelde) belanghebbenden per gewone brief een bericht (mededeling) stuurt over de aanstelling (benoeming) van de rechter-commissaris. In deze mededeling staat ook de periode (termijn) genoemd waarbinnen de aanmelding van de vorderingen, die in het tweede lid wordt bedoeld, moet gebeuren.

2. De tot voormelde belanghebbenden behorende schuldeisers, onder wie begrepen de voormelde beperkt gerechtigden, dienen binnen veertien dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling hun vorderingen schriftelijk, zo veel mogelijk met overlegging van bewijsstukken, bij de rechter-commissaris aan te melden teneinde overeenkomstig de door hen daarbij aan te geven rang te worden gerangschikt.

Dit betekent letterlijk dat de schuldeisers die behoren tot de eerder genoemde (voormelde) belanghebbenden – en daaronder vallen ook de eerder genoemde (voormelde) personen met een beperkt recht (beperkt gerechtigden) – hun vorderingen moeten indienen (aanmelden). Dit moet schriftelijk gebeuren, bij de rechter-commissaris, zo veel mogelijk met het overhandigen (overlegging) van bewijsstukken. Dit moet plaatsvinden binnen veertien dagen na de mededeling die in het eerste lid is genoemd. Het doel hiervan is dat zij in een volgorde (rang) worden geplaatst (gerangschikt) die overeenkomt met de rang die zij zelf bij hun aanmelding hebben opgegeven.