Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Tweede titel. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen registergoederen zijn
Derde afdeling. Van de verdeling van de opbrengst der executie
Artikel 480

Artikel 480 (Verdeling executieopbrengst door deurwaarder)

Laatste versie

1. Indien er geen andere schuldeiser is, die op de goederen of de opbrengst van de executie beslag heeft gelegd, en evenmin een beperkt gerechtigde bekend is wiens recht door de executie is vervallen, keert de deurwaarder de netto-opbrengst aan de executant tot het beloop van diens vordering uit. Een eventueel overschot wordt aan de geëxecuteerde afgedragen.

2. In geval er wel schuldeisers of beperkt gerechtigden zijn, als in het eerste lid bedoeld, stort de deurwaarder de netto-opbrengst onverwijld bij een bewaarder als bedoeld in artikel 445. Indien de voormelde schuldeisers en beperkt gerechtigden alsmede de geëxecuteerde en de executant, tot overeenstemming omtrent de verdeling van de netto-opbrengst komen, keert de deurwaarder of in zijn opdracht de bewaarder aan ieder het hem toekomende uit.

3. Voor zover de verplichtingen welke krachtens dit artikel op de deurwaarder rusten, niet worden nageleefd, is de Staat jegens belanghebbenden voor de daaruit voor hen voortvloeiende schade met de deurwaarder hoofdelijk aansprakelijk.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien er geen andere schuldeiser is, die op de goederen of de opbrengst van de executie beslag heeft gelegd, en evenmin een beperkt gerechtigde bekend is wiens recht door de executie is vervallen, keert de deurwaarder de netto-opbrengst aan de executant tot het beloop van diens vordering uit. Een eventueel overschot wordt aan de geëxecuteerde afgedragen.

Dit lid bepaalt dat, als er geen andere schuldeiser is die op de goederen of de opbrengst van de executie beslag heeft gelegd, en er evenmin een beperkt gerechtigde bekend is wiens recht door de executie is vervallen, de deurwaarder de netto-opbrengst uitkeert aan de executant tot het bedrag van diens vordering. Een eventueel overschot wordt vervolgens aan de geëxecuteerde afgedragen.

2. In geval er wel schuldeisers of beperkt gerechtigden zijn, als in het eerste lid bedoeld, stort de deurwaarder de netto-opbrengst onverwijld bij een bewaarder als bedoeld in artikel 445. Indien de voormelde schuldeisers en beperkt gerechtigden alsmede de geëxecuteerde en de executant, tot overeenstemming omtrent de verdeling van de netto-opbrengst komen, keert de deurwaarder of in zijn opdracht de bewaarder aan ieder het hem toekomende uit.

Dit lid beschrijft de situatie waarin er wel schuldeisers of beperkt gerechtigden zijn, zoals bedoeld in het eerste lid. In dat geval stort de deurwaarder de netto-opbrengst zonder uitstel (onverwijld) bij een bewaarder, zoals gedefinieerd in artikel 445. Mochten de eerdergenoemde schuldeisers en beperkt gerechtigden, alsook de geëxecuteerde en de executant, tot een overeenstemming komen over de verdeling van de netto-opbrengst, dan keert de deurwaarder, of de bewaarder handelend in opdracht van de deurwaarder, aan ieder het deel uit waarop hij recht heeft (het hem toekomende).

3. Voor zover de verplichtingen welke krachtens dit artikel op de deurwaarder rusten, niet worden nageleefd, is de Staat jegens belanghebbenden voor de daaruit voor hen voortvloeiende schade met de deurwaarder hoofdelijk aansprakelijk.

Dit lid stelt dat, in de mate waarin de verplichtingen die op grond van (krachtens) dit artikel op de deurwaarder rusten niet worden nagekomen, de Staat samen met de deurwaarder hoofdelijk aansprakelijk is jegens de belanghebbenden voor de schade die voor hen uit deze niet-nakoming voortvloeit.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:440 - Teboekstelling buitenlandse scheepscasco's en rangregeling pandhouder bij executie - 27 februari 2014

ECLI:NL:HR:2014:44027 februari 2014Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

Een in het buitenland gebouwd casco is een 'schip in aanbouw' en kan pas na aankomst in Nederland worden teboekgesteld. Een pandhouder die als beslaglegger executeert zonder zijn pandrecht te noemen, wordt bij de rangregeling gelijkgesteld met een beperkt gerechtigde wiens recht door de executie is vervallen.

Civiel RechtGoederenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Transport en Handelsrecht, Internationaal Privaatrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AD4933 - Hoge Raad - 13 december 2001

ECLI:NL:HR:2001:AD493313 december 2001Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht, Internationaal Privaatrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK3571 - Zorgplicht deurwaarder en rentevergoeding op de kwaliteitsrekening - 28 januari 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK357128 januari 2010Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

De zorgplicht van een deurwaarder omvat het bedingen van een marktconforme rente over de executieopbrengst op een kwaliteitsrekening. De Staat is op grond van art. 480 lid 3 Rv. aansprakelijk voor de schade die ontstaat als de deurwaarder dit nalaat, inclusief de gederfde rente.

Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:918 - Verdeling executieopbrengst: schuldeiser heeft geen instemming van schuldenaar nodig - 15 juni 2023

ECLI:NL:HR:2023:91815 juni 2023Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een schuldeiser mag zonder instemming van de schuldenaar afzien van zijn deel van een executieopbrengst. Dit recht volgt uit artikel 3:277 lid 1 BW en wordt niet beperkt door de procedurele regels voor verdeling van de opbrengst in artikel 480 e.v. Rv.

Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2024:4427 - Rechtbank Oost-Brabant - 22 september 2024

ECLI:NL:RBOBR:2024:442722 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2024:1982 - Gerechtshof Amsterdam - 15 juli 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:198215 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1929:136 - Hoge Raad - 1 november 1929

ECLI:NL:HR:1929:1361 november 1929Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht