Artikel 479 (Derdenbeslag staat of openbaar lichaam)
1. Derdenbeslag onder de staat of een openbaar lichaam is, onverminderd het in artikel 436 bepaalde, toegelaten, echter slechts op bepaalde in het exploot of, in geval van het beslag als bedoeld in artikel 479g, in de kennisgeving omschreven vorderingen of zaken.
2. Om redenen van openbaar belang kan de staat of het openbaar lichaam in kort geding voor de voorzieningenrechter van de rechtbank onmiddellijke opheffing van het derdenbeslag vorderen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Derdenbeslag onder de staat of een openbaar lichaam is, onverminderd het in artikel 436 bepaalde, toegelaten, echter slechts op bepaalde in het exploot of, in geval van het beslag als bedoeld in artikel 479g, in de kennisgeving omschreven vorderingen of zaken.
Dit lid bepaalt dat derdenbeslag
onder de staat
of een openbaar lichaam
is toegelaten
, met inachtneming van (onverminderd
) hetgeen in artikel 436
is bepaald. Dit beslag is echter slechts
mogelijk op vorderingen of zaken
die specifiek zijn omschreven
in het exploot
. Indien het een beslag als bedoeld in artikel 479g
betreft, moeten deze vorderingen of zaken
in de kennisgeving
omschreven
zijn.
2. Om redenen van openbaar belang kan de staat of het openbaar lichaam in kort geding voor de voorzieningenrechter van de rechtbank onmiddellijke opheffing van het derdenbeslag vorderen.
Dit lid stelt dat de staat
of het openbaar lichaam
de onmiddellijke opheffing
van het derdenbeslag
kan vorderen
indien dit gerechtvaardigd is door redenen van openbaar belang
. Een dergelijke vordering tot opheffing dient te worden ingesteld via een kort geding
bij de voorzieningenrechter
van de rechtbank
.