Artikel 478 (Coördinatie inning meerdere derdenbeslagen)
1. Indien onder de derde-beslagene ten laste van de geëxecuteerde ook andere beslagen zijn gelegd en niet bij voorbaat vaststaat dat alle beslagleggers uit de door de derde-beslagene verschuldigde geldsommen zullen kunnen worden voldaan, int de deurwaarder die het oudste executoriale beslag heeft gelegd voor de gezamenlijke beslagleggers hetgeen de derde-beslagene heeft te betalen of af te geven.
2. Indien beslag is gelegd op een vordering als bedoeld in artikel 475c, eerste lid, en het oudste executoriale beslag is gelegd door een beslaglegger die bevoegd is zonder tussenkomst van een deurwaarder beslag te leggen voor een hoger bevoorrechte vordering dan de daaropvolgende executoriale beslagen, int in afwijking van het eerste lid deze beslaglegger. Deze beslaglegger treedt dan op als ware hij coördinerende deurwaarder. De aan de coördinerende deurwaarder toegekende bevoegdheden en verplichtingen komen in dat geval toe aan deze beslaglegger.
3. Indien de inningsbevoegde deurwaarder of beslaglegger de executie niet voortzet, wordt onder kennisgeving aan de derde-beslagene en de geëxecuteerde de inning overgenomen door de deurwaarder die op grond van het eerste lid of de beslaglegger die op grond van het tweede lid als volgende tot inning bevoegd is.
4. De inningsbevoegde deurwaarder of beslaglegger kan in onderlinge overeenstemming met een andere deurwaarder die gerechtigd is ten laste van de geëxecuteerde executoriaal beslag te leggen, de inning, onder kennisgeving aan de derde-beslagene en de geëxecuteerde, aan deze andere deurwaarder overdragen.
5. Een derde-beslagene die een betaling of afgifte heeft gedaan aan een deurwaarder die een van de andere executoriale beslagen heeft gelegd, heeft niettemin bevrijdend betaald. De deurwaarder die de gelden of goederen heeft ontvangen, draagt deze onverwijld af aan de coördinerende deurwaarder.
6. Ieder van de deurwaarders die beslag heeft gelegd en de beslaglegger, bedoeld in het tweede lid, is verplicht de anderen zodra mogelijk van het door hem gelegde beslag op de hoogte te brengen. De derde-beslagene is verplicht ieder van hen desgevraagd in te lichten omtrent andere beslagen, de namen en gekozen woonplaatsen van de andere beslagleggers en het beloop van hun vorderingen. Deze verplichtingen gelden ook voor en jegens degene op wiens last beslag is gelegd op de grondslag van het Wetboek van Strafvordering.
7. Ieder van de beslagleggers kan tussen komen in een procedure als bedoeld in artikel 477a.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien onder de derde-beslagene ten laste van de geëxecuteerde ook andere beslagen zijn gelegd en niet bij voorbaat vaststaat dat alle beslagleggers uit de door de derde-beslagene verschuldigde geldsommen zullen kunnen worden voldaan, int de deurwaarder die het oudste executoriale beslag heeft gelegd voor de gezamenlijke beslagleggers hetgeen de derde-beslagene heeft te betalen of af te geven.
Dit lid bepaalt dat wanneer er bij een derde-beslagene (een persoon of instantie die iets verschuldigd is aan de geëxecuteerde) ten laste van de geëxecuteerde (de schuldenaar tegen wie het vonnis wordt uitgevoerd) ook andere beslagen zijn gelegd, en het niet op voorhand zeker is dat alle beslagleggers betaald kunnen worden uit de geldsommen die de derde-beslagene moet betalen, de deurwaarder die het oudste executoriale beslag heeft gelegd, het geld of de goederen int. Deze inning gebeurt dan namens alle gezamenlijke beslagleggers voor datgene wat de derde-beslagene moet betalen of afgeven.
2. Indien beslag is gelegd op een vordering als bedoeld in artikel 475c, eerste lid, en het oudste executoriale beslag is gelegd door een beslaglegger die bevoegd is zonder tussenkomst van een deurwaarder beslag te leggen voor een hoger bevoorrechte vordering dan de daaropvolgende executoriale beslagen, int in afwijking van het eerste lid deze beslaglegger. Deze beslaglegger treedt dan op als ware hij coördinerende deurwaarder. De aan de coördinerende deurwaarder toegekende bevoegdheden en verplichtingen komen in dat geval toe aan deze beslaglegger.
Dit lid beschrijft een uitzondering op het eerste lid. Als er beslag is gelegd op een vordering zoals genoemd in artikel 475c, eerste lid (bijvoorbeeld loon of een uitkering), en het oudste executoriale beslag is gelegd door een beslaglegger die zonder een deurwaarder beslag mag leggen voor een vordering met een hogere voorrang (hoger bevoorrechte vordering) dan de andere executoriale beslagen, dan int deze specifieke beslaglegger. Deze beslaglegger handelt dan alsof hij de coördinerende deurwaarder is, en de bevoegdheden en verplichtingen die normaal aan een coördinerende deurwaarder toekomen, gelden dan voor deze beslaglegger.
3. Indien de inningsbevoegde deurwaarder of beslaglegger de executie niet voortzet, wordt onder kennisgeving aan de derde-beslagene en de geëxecuteerde de inning overgenomen door de deurwaarder die op grond van het eerste lid of de beslaglegger die op grond van het tweede lid als volgende tot inning bevoegd is.
Dit lid stelt dat als de deurwaarder of beslaglegger die bevoegd is om te innen (de inningsbevoegde) de executie (de tenuitvoerlegging van het vonnis) niet voortzet, de inning wordt overgenomen. Dit gebeurt na kennisgeving aan de derde-beslagene en de geëxecuteerde. De inning wordt dan overgenomen door de deurwaarder (volgens lid 1) of de beslaglegger (volgens lid 2) die als volgende in de rangorde bevoegd is tot inning.
4. De inningsbevoegde deurwaarder of beslaglegger kan in onderlinge overeenstemming met een andere deurwaarder die gerechtigd is ten laste van de geëxecuteerde executoriaal beslag te leggen, de inning, onder kennisgeving aan de derde-beslagene en de geëxecuteerde, aan deze andere deurwaarder overdragen.
Dit lid geeft aan dat de deurwaarder of beslaglegger die bevoegd is tot inning, de inning kan overdragen aan een andere deurwaarder. Dit kan alleen gebeuren als er onderlinge overeenstemming is met die andere deurwaarder, en die andere deurwaarder moet ook gerechtigd zijn om executoriaal beslag te leggen ten laste van de geëxecuteerde. Zowel de derde-beslagene als de geëxecuteerde moeten van deze overdracht op de hoogte worden gesteld.
5. Een derde-beslagene die een betaling of afgifte heeft gedaan aan een deurwaarder die een van de andere executoriale beslagen heeft gelegd, heeft niettemin bevrijdend betaald. De deurwaarder die de gelden of goederen heeft ontvangen, draagt deze onverwijld af aan de coördinerende deurwaarder.
Dit lid bepaalt dat als een derde-beslagene een betaling doet of goederen afgeeft aan een deurwaarder die weliswaar een executoriaal beslag heeft gelegd maar niet de coördinerende (inningsbevoegde) deurwaarder is, deze betaling of afgifte toch als geldig (bevrijdend) wordt beschouwd. De deurwaarder die het geld of de goederen heeft ontvangen, is verplicht deze onmiddellijk (onverwijld) af te dragen aan de coördinerende deurwaarder.
6. Ieder van de deurwaarders die beslag heeft gelegd en de beslaglegger, bedoeld in het tweede lid, is verplicht de anderen zodra mogelijk van het door hem gelegde beslag op de hoogte te brengen. De derde-beslagene is verplicht ieder van hen desgevraagd in te lichten omtrent andere beslagen, de namen en gekozen woonplaatsen van de andere beslagleggers en het beloop van hun vorderingen. Deze verplichtingen gelden ook voor en jegens degene op wiens last beslag is gelegd op de grondslag van het Wetboek van Strafvordering.
Dit lid legt een informatieplicht op. Elke deurwaarder die beslag heeft gelegd, en ook de beslaglegger genoemd in het tweede lid, moet de andere betrokken deurwaarders en beslagleggers zo snel mogelijk informeren over het door hem gelegde beslag. Daarnaast is de derde-beslagene verplicht om, als daarom gevraagd wordt, ieder van deze deurwaarders en beslagleggers informatie te geven over andere gelegde beslagen, de namen en gekozen woonplaatsen van de andere beslagleggers, en de hoogte van hun vorderingen. Deze verplichtingen zijn ook van toepassing op en ten opzichte van degene in wiens opdracht beslag is gelegd op basis van het Wetboek van Strafvordering.
7. Ieder van de beslagleggers kan tussen komen in een procedure als bedoeld in artikel 477a.
Dit lid stelt dat elke beslaglegger het recht heeft om deel te nemen (tussen te komen) in een gerechtelijke procedure zoals omschreven in artikel 477a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (dit artikel betreft geschillen over de verklaring van de derde-beslagene).