Artikel 475i (Betekening beslagexploot mededeling beslagvrije voet)
1. De executant is verplicht om binnen acht dagen na het leggen van het beslag het beslagexploot aan de geëxecuteerde te doen betekenen bij gebreke waarvan de voorzieningenrechter van de rechtbank het beslag op vordering van de geëxecuteerde kan opheffen.
2. Bij een beslag op een vordering tot periodieke betaling als bedoeld in artikel 475c, eerste lid, wordt de beslagvrije voet uiterlijk ten tijde van het betekenen van het beslagexploot schriftelijk medegedeeld aan de geëxecuteerde volgens een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen model onder vermelding van de gegevens waarop de vaststelling van de beslagvrije voet is gebaseerd en de wijze waarop de beslagvrije voet is berekend. Bij de mededeling wordt de geëxecuteerde tevens gewezen op de verplichting van artikel 475g, eerste lid, en de mogelijkheden op grond van de artikelen 475da, vijfde lid en zevende, en 475e, eerste lid, om de beslagvrije voet op verzoek te verhogen.
3. Indien de geëxecuteerde binnen vier weken na ontvangst van de door de deurwaarder of, in geval van samenloop van beslagen als bedoeld in artikel 478 de coördinerende deurwaarder, afgegeven mededeling omstandigheden meldt die de beslagvrije voet verhogen, wordt hiermee rekening gehouden vanaf het moment van beslaglegging.
4. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing bij de mededeling van een op grond van artikel 475d, derde en vierde lid, opnieuw vastgestelde beslagvrije voet, met dien verstande dat, indien de schuldenaar binnen vier weken na de mededeling van de opnieuw vastgestelde beslagvrije voet omstandigheden meldt die de beslagvrije voet verhogen, hiermee rekening wordt gehouden vanaf het moment dat de beslagvrije voet opnieuw is vastgesteld.
5. Indien onder de derde-beslagene ten laste van de geëxecuteerde reeds beslag is gelegd:
a. verwijst de deurwaarder indien hij bekend is met de identiteit van de coördinerende deurwaarder, in afwijking van het tweede lid, de geëxecuteerde naar de coördinerende deurwaarder onder vermelding van de mogelijkheid om wijzigingen die van invloed zijn op de hoogte van de beslagvrije voet bij de coördinerende deurwaarder te melden; en b. verstrekt de coördinerende deurwaarder aan de andere deurwaarder op diens verzoek onverwijld schriftelijk de beslagvrije voet, alsmede de gegevens waarop deze is gebaseerd.
Uitleg in duidelijke taal
1. De executant is verplicht om binnen acht dagen na het leggen van het beslag het beslagexploot aan de geëxecuteerde te doen betekenen bij gebreke waarvan de voorzieningenrechter van de rechtbank het beslag op vordering van de geëxecuteerde kan opheffen.
De executant
(de partij die het vonnis ten uitvoer legt) is verplicht om het beslagexploot
(het officiële document van het beslag) binnen acht dagen nadat het beslag
is gelegd, officieel aan de geëxecuteerde
(de schuldenaar tegen wie het beslag is gericht) te laten overhandigen (betekenen
). Als dit niet gebeurt (bij gebreke waarvan
), kan de voorzieningenrechter
van de rechtbank
het beslag
ongedaan maken (opheffen
) als de geëxecuteerde
daarom verzoekt (op vordering van
).
2. Bij een beslag op een vordering tot periodieke betaling als bedoeld in artikel 475c, eerste lid, wordt de beslagvrije voet uiterlijk ten tijde van het betekenen van het beslagexploot schriftelijk medegedeeld aan de geëxecuteerde volgens een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen model onder vermelding van de gegevens waarop de vaststelling van de beslagvrije voet is gebaseerd en de wijze waarop de beslagvrije voet is berekend. Bij de mededeling wordt de geëxecuteerde tevens gewezen op de verplichting van artikel 475g, eerste lid, en de mogelijkheden op grond van de artikelen 475da, vijfde lid en zevende, en 475e, eerste lid, om de beslagvrije voet op verzoek te verhogen.
Als er beslag
wordt gelegd op een vordering tot periodieke betaling
(zoals loon of een uitkering), zoals beschreven in artikel 475c, eerste lid
, dan moet de beslagvrije voet
(het bedrag waar geen beslag op mag worden gelegd) uiterlijk op het moment van het betekenen
van het beslagexploot
schriftelijk worden meegedeeld aan de geëxecuteerde
. Dit moet gebeuren volgens een model dat is vastgesteld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
. De mededeling moet de gegevens bevatten waarop de beslagvrije voet
is vastgesteld en hoe deze is berekend. Bij deze mededeling wordt de geëxecuteerde
ook gewezen op de verplichting die in artikel 475g, eerste lid
, staat en op de mogelijkheden om de beslagvrije voet
te laten verhogen op basis van artikel 475da, vijfde lid en zevende lid
, en artikel 475e, eerste lid
.
3. Indien de geëxecuteerde binnen vier weken na ontvangst van de door de deurwaarder of, in geval van samenloop van beslagen als bedoeld in artikel 478 de coördinerende deurwaarder, afgegeven mededeling omstandigheden meldt die de beslagvrije voet verhogen, wordt hiermee rekening gehouden vanaf het moment van beslaglegging.
Als de geëxecuteerde
binnen vier weken nadat hij de mededeling van de deurwaarder
(of, in het geval van samenloop van beslagen
zoals bedoeld in artikel 478
, van de coördinerende deurwaarder
) heeft ontvangen, omstandigheden doorgeeft die de beslagvrije voet
verhogen, dan wordt hiermee rekening gehouden vanaf het moment dat het beslag
is gelegd.
4. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing bij de mededeling van een op grond van artikel 475d, derde en vierde lid, opnieuw vastgestelde beslagvrije voet, met dien verstande dat, indien de schuldenaar binnen vier weken na de mededeling van de opnieuw vastgestelde beslagvrije voet omstandigheden meldt die de beslagvrije voet verhogen, hiermee rekening wordt gehouden vanaf het moment dat de beslagvrije voet opnieuw is vastgesteld.
Het tweede en derde lid zijn op eenzelfde wijze (van overeenkomstige toepassing
) geldig bij de mededeling van een beslagvrije voet
die opnieuw is vastgesteld op basis van artikel 475d, derde en vierde lid
. Dit is echter met dien verstande dat
, indien de schuldenaar
binnen vier weken na de mededeling van de opnieuw vastgestelde beslagvrije voet
omstandigheden meldt die de beslagvrije voet
verhogen, hiermee rekening wordt gehouden vanaf het moment dat de beslagvrije voet
opnieuw is vastgesteld.
5. Indien onder de derde-beslagene ten laste van de geëxecuteerde reeds beslag is gelegd:
Dit lid specificeert de procedure indien er reeds beslag is gelegd
onder de derde-beslagene
(de partij die iets verschuldigd is aan de geëxecuteerde
, zoals een werkgever of bank) ten laste van de geëxecuteerde
:
a. verwijst de deurwaarder indien hij bekend is met de identiteit van de coördinerende deurwaarder, in afwijking van het tweede lid, de geëxecuteerde naar de coördinerende deurwaarder onder vermelding van de mogelijkheid om wijzigingen die van invloed zijn op de hoogte van de beslagvrije voet bij de coördinerende deurwaarder te melden; en
verwijst de deurwaarder
, als hij weet wie de coördinerende deurwaarder
is, de geëxecuteerde
door naar deze coördinerende deurwaarder
. Dit is een afwijking van wat in het tweede lid staat. De deurwaarder
vermeldt hierbij dat de geëxecuteerde
wijzigingen die invloed hebben op de hoogte van de beslagvrije voet
kan melden bij de coördinerende deurwaarder
; en
b. verstrekt de coördinerende deurwaarder aan de andere deurwaarder op diens verzoek onverwijld schriftelijk de beslagvrije voet, alsmede de gegevens waarop deze is gebaseerd.
verstrekt de coördinerende deurwaarder
direct (onverwijld
) en schriftelijk de beslagvrije voet
aan de andere deurwaarder
als deze daarom verzoekt. Ook de gegevens waarop de beslagvrije voet
is gebaseerd, worden verstrekt.