Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Tweede titel. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen registergoederen zijn
Tweede afdeling. Van executoriaal beslag onder derden
Artikel 475h

Artikel 475h (Blokkerende werking derdenbeslag, uitzondering Vormerkung)

Laatste versie

1. Een vervreemding, bezwaring, afstand of onderbewindstelling van een door het beslag getroffen vordering, tot stand gekomen nadat het beslag is gelegd, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen. Hetzelfde geldt voor een in weerwil van het beslag gedane betaling of afgifte, tenzij de derde heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden gevergd om de betaling of afgifte te voorkomen.

2. Op door het beslag getroffen zaken is artikel 453a van overeenkomstige toepassing.

3. In afwijking van het eerste lid kan een in weerwil van het beslag gedane betaling aan de notaris ten behoeve van de overdracht van een onroerende zaak tegen de beslaglegger worden ingeroepen, indien dit beslag is gelegd nadat de koop van de zaak is ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, op de wijze die is voorgeschreven in artikel 3 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een vervreemding, bezwaring, afstand of onderbewindstelling van een door het beslag getroffen vordering, tot stand gekomen nadat het beslag is gelegd, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen. Hetzelfde geldt voor een in weerwil van het beslag gedane betaling of afgifte, tenzij de derde heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden gevergd om de betaling of afgifte te voorkomen.

Dit lid bepaalt dat indien een vordering waarop beslag is gelegd (een door het beslag getroffen vordering), na het leggen van dat beslag wordt vervreemd (verkocht), bezwaard (belast met een recht), er afstand van wordt gedaan, of onder bewind wordt gesteld, deze handelingen (vervreemding, bezwaring, afstand of onderbewindstelling) niet tegen de beslaglegger kunnen worden ingeroepen. Dit betekent dat de beslaglegger zich van deze handelingen niets hoeft aan te trekken. Hetzelfde principe is van toepassing op een betaling of afgifte die is gedaan in weerwil van het beslag (dus ondanks het beslag). Een uitzondering hierop geldt indien de derde (de partij bij wie beslag is gelegd) al hetgeen heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden gevergd om de betaling of afgifte te voorkomen.

2. Op door het beslag getroffen zaken is artikel 453a van overeenkomstige toepassing.

Dit lid stelt dat artikel 453a (dat de gevolgen regelt van bijvoorbeeld vervreemding van beslagen roerende zaken die geen registergoederen zijn) van overeenkomstige toepassing is op door het beslag getroffen zaken in de context van derdenbeslag. Dit houdt in dat de regels van artikel 453a ook gelden voor zaken die onder een derde in beslag zijn genomen.

3. In afwijking van het eerste lid kan een in weerwil van het beslag gedane betaling aan de notaris ten behoeve van de overdracht van een onroerende zaak tegen de beslaglegger worden ingeroepen, indien dit beslag is gelegd nadat de koop van de zaak is ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, op de wijze die is voorgeschreven in artikel 3 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit lid formuleert een uitzondering (In afwijking van het eerste lid) op de hoofdregel van het eerste lid. Een betaling die is gedaan aan de notaris ten behoeve van de overdracht van een onroerende zaak, zelfs als deze betaling in weerwil van het beslag (ondanks het beslag) is verricht, kan wél tegen de beslaglegger worden ingeroepen. De voorwaarde hiervoor is dat dit beslag is gelegd nadat de koop van de zaak is ingeschreven in de openbare registers (de zogenaamde Vormerkung), zoals nader omschreven in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 3 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BG5256 - Hoge Raad - 12 februari 2009

ECLI:NL:HR:2009:BG525612 februari 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2455 - Executierechter en dwangsom: de invloed van derdenbeslag en schuldeisersverzuim - 21 september 2017

ECLI:NL:HR:2017:245521 september 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De executierechter mag beoordelen of een dwangsom is verbeurd. Een derdenbeslag op af te geven zaken leidt tot schuldeisersverzuim (art. 6:58 BW). Hierdoor is de veroordeling niet voor tenuitvoerlegging vatbaar en worden er gedurende dit verzuim geen dwangsommen verbeurd, aldus de Hoge Raad.

Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV2629 - Derdenbeslag, schuldeisersverzuim en de bewijslast bij een reeds verzuimende schuldenaar - 12 april 2012

ECLI:NL:HR:2012:BV262912 april 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een schuldenaar die al in verzuim is, moet stellen en bewijzen dat een later gelegd derdenbeslag nakoming verhinderde om schuldeisersverzuim aan te nemen. Pas dan eindigt zijn eigen verzuim. De schuldenaar moet aantonen dat hij bereid en in staat was te betalen, maar enkel door het beslag werd verhinderd.

Civiel RechtInsolventierecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:415 - Bevoegdheden pandgever na mededeling: afstand van verpande vordering blijft mogelijk - 20 februari 2014

ECLI:NL:HR:2014:41520 februari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De pandgever blijft bevoegd om afstand te doen van een verpande vordering, ook nadat het pandrecht is medegedeeld aan de schuldenaar. Deze bevoegdheid gaat niet over op de pandhouder. De pandhouder wordt beschermd door de mogelijkheid om de afstand via de actio pauliana te vernietigen.

Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3299 - Promneftstroy: Verhaal na verdwijnen beslagen rechtspersoon - 12 november 2015

ECLI:NL:HR:2015:329912 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Als een rechtspersoon ophoudt te bestaan nadat conservatoir beslag is gelegd, kan de beslaglegger zijn eis in de hoofdzaak instellen tegen de verkrijger van het beslagen goed. De vordering strekt dan tot verklaring voor recht dat de vordering toewijsbaar is en verhaal op de goederen mogelijk is.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht, Goederenrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM6082 - Overgang conservatoir beslag bij executoriale titel uit ander geding - 2 september 2010

ECLI:NL:HR:2010:BM60822 september 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een conservatoir beslag gaat over in een executoriaal beslag zodra een executoriale titel is verkregen, zelfs als die titel uit een ander geding komt (hier: kort geding) dan waarin de hoofdzaak tijdig aanhangig is gemaakt. Vereist is dat het om dezelfde vordering gaat.

Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AR2776 - Hoge Raad - 20 januari 2005

ECLI:NL:HR:2005:AR277620 januari 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BN1252 - Vormerkung: derdenbeslag onder koper valt niet onder bescherming art. 7:3 BW - 7 oktober 2010

ECLI:NL:HR:2010:BN12527 oktober 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De bescherming van artikel 7:3 BW (Vormerkung) voor de koper van een registergoed is limitatief. Een na de inschrijving van de koop gelegd derdenbeslag onder de koper op de koopsom valt hier niet onder en kan dus wel tegen de koper worden ingeroepen.

Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:13205 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1320527 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:1808 - Rechtbank Gelderland - 19 maart 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:180819 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak