Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Tweede titel. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen registergoederen zijn
Eerste afdeling B. Van executoriaal beslag op aandelen op naam in naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
Artikel 474g

Artikel 474g (Procedure verkoop en overdracht beslagen aandelen)

Laatste versie

1. Binnen één maand na het exploot van beslag zal de beslaglegger, op straffe van verval van het gelegde beslag, aan de rechtbank van de plaats van vestiging van de vennootschap, zo mogelijk onder overlegging van de mededeling bedoeld in het voorgaande artikel en de statuten der vennootschap, verzoeken bij beschikking te bepalen, dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan.

2. De rechtbank gelast alvorens de gevraagde beschikking te geven de oproeping van de deurwaarder, de beslaglegger, de geëxecuteerde, de vennootschap, en, zo zij dit nodig acht, van verdere belanghebbenden, om op het verzoek te worden gehoord. Verzet tegen de verkoop door derden-rechthebbenden, kan uitsluitend geschieden door tijdige indiening van een daartoe strekkend verzoek, waarvan afschrift wordt betekend aan de beslaglegger en aan de deurwaarder, die het beslag heeft gelegd.

3. De rechtbank zal in haar beschikking bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht dienen te geschieden.

4. De wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding van aandelen moeten worden in acht genomen, met dien verstande, dat alle ten aanzien van de vervreemding aan de aandeelhouder toekomende rechten en op hem drukkende verplichtingen worden uitgeoefend en nagekomen door de deurwaarder. Ook de beschikking der rechtbank zal ten aanzien van deze wettelijke en statutaire bepalingen geen afwijkingen mogen inhouden behoudens voor zover inachtneming van deze bepalingen de executoriale verkoop onmogelijk zou maken.

Uitleg in duidelijke taal

1. Binnen één maand na het exploot van beslag zal de beslaglegger, op straffe van verval van het gelegde beslag, aan de rechtbank van de plaats van vestiging van de vennootschap, zo mogelijk onder overlegging van de mededeling bedoeld in het voorgaande artikel en de statuten der vennootschap, verzoeken bij beschikking te bepalen, dat en binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan.

Dit lid bepaalt dat de beslaglegger binnen één maand nadat het beslag officieel is aangezegd (exploot van beslag), een verzoek moet indienen bij de rechtbank. Dit verzoek moet worden ingediend bij de rechtbank in de plaats waar de vennootschap gevestigd is. Als de beslaglegger dit niet doet, vervalt het gelegde beslag. Bij het verzoek dient de beslaglegger, indien mogelijk, de mededeling die in het voorgaande artikel wordt genoemd en de statuten van de vennootschap mee te sturen. Het doel van het verzoek is dat de rechtbank via een beschikking vaststelt dat de in beslag genomen aandelen verkocht en overgedragen mogen worden, en binnen welke termijn dit moet gebeuren.

2. De rechtbank gelast alvorens de gevraagde beschikking te geven de oproeping van de deurwaarder, de beslaglegger, de geëxecuteerde, de vennootschap, en, zo zij dit nodig acht, van verdere belanghebbenden, om op het verzoek te worden gehoord. Verzet tegen de verkoop door derden-rechthebbenden, kan uitsluitend geschieden door tijdige indiening van een daartoe strekkend verzoek, waarvan afschrift wordt betekend aan de beslaglegger en aan de deurwaarder, die het beslag heeft gelegd.

Dit lid stelt dat de rechtbank, voordat zij de gevraagde beschikking afgeeft, de oproeping zal bevelen van de deurwaarder, de beslaglegger, de geëxecuteerde (de partij tegen wie de executie is gericht), de vennootschap, en, indien de rechtbank dit nodig vindt, andere belanghebbenden. Deze partijen worden opgeroepen om hun zienswijze te geven op het verzoek (om op het verzoek te worden gehoord). Als derden die menen rechten te hebben op de aandelen (derden-rechthebbenden) bezwaar willen maken tegen de verkoop, kan dit alleen door op tijd een verzoek met die strekking in te dienen. Een kopie (afschrift) van dit verzoek moet officieel worden overhandigd (betekend) aan de beslaglegger en aan de deurwaarder die het beslag heeft gelegd.

3. De rechtbank zal in haar beschikking bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht dienen te geschieden.

Dit lid geeft aan dat de rechtbank in haar beschikking zal vastleggen op welke manier (wijze) en onder welke voorwaarden de verkoop en de overdracht van de aandelen moeten plaatsvinden.

4. De wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding van aandelen moeten worden in acht genomen, met dien verstande, dat alle ten aanzien van de vervreemding aan de aandeelhouder toekomende rechten en op hem drukkende verplichtingen worden uitgeoefend en nagekomen door de deurwaarder. Ook de beschikking der rechtbank zal ten aanzien van deze wettelijke en statutaire bepalingen geen afwijkingen mogen inhouden behoudens voor zover inachtneming van deze bepalingen de executoriale verkoop onmogelijk zou maken.

Dit lid schrijft voor dat de wettelijke bepalingen en de bepalingen in de statuten met betrekking tot de vervreemding (verkoop en overdracht) van aandelen nageleefd moeten worden. Daarbij geldt dat alle rechten die de aandeelhouder heeft met betrekking tot de vervreemding, en alle verplichtingen die op de aandeelhouder rusten, worden uitgeoefend en nagekomen door de deurwaarder. De beschikking van de rechtbank mag geen afwijkingen van deze wettelijke en statutaire bepalingen bevatten, tenzij het naleven van deze bepalingen de executoriale verkoop onmogelijk zou maken. In dat laatste geval (behoudens voor zover) zijn afwijkingen dus wel toegestaan.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:2671 - Rechtbank Rotterdam - 19 maart 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:267119 maart 2024Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:1 - Rechtbank Amsterdam - 3 januari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:13 januari 2024Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ4096 - Rechterlijke toetsing van baten bij ontbonden rechtspersoon niet exclusief - 13 juni 2013

ECLI:NL:HR:2013:BZ409613 juni 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter kan in elke procedure waarin dit relevant is, toetsen of een ontbonden rechtspersoon nog baten heeft. Deze bevoegdheid is niet beperkt tot een faillissementsaanvraag of een procedure tot heropening van de vereffening op grond van artikel 2:23c lid 1 BW.

Rechtbank Amsterdam2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2024:4214 - Rechtbank Amsterdam - 10 juli 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:421410 juli 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:4199 - Rechtbank Overijssel - 1 augustus 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:41991 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2024:5245 - Rechtbank Amsterdam - 1 mei 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:52451 mei 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:972 - Executie verpande aandelen: rechterlijke toestemming vereist bij verkoop via blokkeringsregeling - 21 juni 2018

ECLI:NL:HR:2018:97221 juni 2018Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Bij de executoriale verkoop van verpande aandelen conform een statutaire blokkeringsregeling is steeds toestemming van de voorzieningenrechter vereist (art. 3:251 BW). Deze afwijkende verkoopmethode moet rechterlijk worden getoetst om de belangen van de pandgever en andere schuldeisers te waarborgen.

Civiel RechtGoederenrecht, Ondernemingsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:2975 - Rechtbank Limburg - 25 april 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:297525 april 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:9512 - Rechtbank Rotterdam - 24 september 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:951224 september 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BW7006 - Prospectusplicht bij executoriale verkoop van effecten onder de Wft - 27 september 2012

ECLI:NL:HR:2012:BW700627 september 2012Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de prospectusplicht (art. 5:2 Wft). De kernvraag is of deze plicht geldt bij een executoriale verkoop van effecten en, zo ja, hoe de vrijstellingsgrens van € 2,5 miljoen dan berekend moet worden.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Financieel Recht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht