Artikel 474a (Beslag rechten aan toonder of order)
1. Het beslag op rechten aan toonder of order geschiedt door beslag op het papier. De eerste en tweede afdeling en de tweede afdeling B zijn, voor wat betreft het daar omtrent beslag op zaken bepaalde, van overeenkomstige toepassing, tenzij uit de betreffende bepaling in verband met de aard van het recht anders volgt. Indien het recht bestaat in een opeisbare vordering, kan de executant in plaats van tot verkoop overeenkomstig de eerste afdeling over te gaan, de executie ook voortzetten door beslag onder derden overeenkomstig de tweede afdeling.
2. Is ter voltooiing van de executie endossement vereist, dan kan dit door de deurwaarder die met de verkoop is belast, in zijn hoedanigheid van deurwaarder worden gesteld onder vermelding van "ter executie".
3. Ingeval van verkoop moeten de voormelde rechten op de biljetten als bedoeld in artikel 464 worden omschreven, met opgave van de naam van degene jegens wie het recht bestaat, van de aard van het recht, van het bedrag van de vordering waarin het recht bestaat en van de renten welke daarbij mochten zijn bepaald.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het beslag op rechten aan toonder of order geschiedt door beslag op het papier. De eerste en tweede afdeling en de tweede afdeling B zijn, voor wat betreft het daar omtrent beslag op zaken bepaalde, van overeenkomstige toepassing, tenzij uit de betreffende bepaling in verband met de aard van het recht anders volgt. Indien het recht bestaat in een opeisbare vordering, kan de executant in plaats van tot verkoop overeenkomstig de eerste afdeling over te gaan, de executie ook voortzetten door beslag onder derden overeenkomstig de tweede afdeling.
Dit lid bepaalt dat het beslag op rechten aan toonder of order plaatsvindt door beslag te leggen op het fysieke papier dat het recht vertegenwoordigt. De bepalingen uit de eerste en tweede afdeling en de tweede afdeling B, die gaan over beslag op zaken, zijn hierop op een vergelijkbare manier van toepassing. Een uitzondering geldt als een specifieke bepaling, gelet op de aard van het recht aan toonder of order, anders voorschrijft. Als het recht een vordering betreft die direct opeisbaar is, heeft de executant (degene die het beslag legt) een keuze: hij kan overgaan tot verkoop volgens de regels van de eerste afdeling, of hij kan de executie voortzetten door middel van derdenbeslag volgens de regels van de tweede afdeling.
2. Is ter voltooiing van de executie endossement vereist, dan kan dit door de deurwaarder die met de verkoop is belast, in zijn hoedanigheid van deurwaarder worden gesteld onder vermelding van "ter executie".
Dit lid stelt dat indien voor de voltooiing van de executie een endossement (een verklaring op de achterzijde van het orderpapier, nodig voor de overdracht) vereist is, de deurwaarder die verantwoordelijk is voor de verkoop, dit endossement zelf kan plaatsen. De deurwaarder doet dit dan in zijn officiële hoedanigheid als deurwaarder en vermeldt daarbij "ter executie".
3. Ingeval van verkoop moeten de voormelde rechten op de biljetten als bedoeld in artikel 464 worden omschreven, met opgave van de naam van degene jegens wie het recht bestaat, van de aard van het recht, van het bedrag van de vordering waarin het recht bestaat en van de renten welke daarbij mochten zijn bepaald.
Dit lid schrijft voor dat bij een verkoop van de eerdergenoemde rechten (aan toonder of order), deze rechten nauwkeurig moeten worden omschreven op de aankondigingsbiljetten, zoals bedoeld in artikel 464. Deze omschrijving moet de volgende gegevens bevatten: de naam van de persoon of entiteit tegen wie het recht kan worden uitgeoefend (de schuldenaar), de aard van het recht (bijvoorbeeld een vordering of een aandeel), het bedrag van de vordering die door het recht wordt vertegenwoordigd, en eventuele renten die in verband met dat recht zijn vastgesteld.