Artikel 453a (Vervreemding na beslag en rechten derde)
1. Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling of verhuring van de zaak, tot stand gekomen nadat deze in beslag genomen is, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.
2. Rechten door een derde anders dan om niet verkregen, worden geëerbiedigd, mits de zaak in zijn handen is gekomen en hij toen te goeder trouw was.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling of verhuring van de zaak, tot stand gekomen nadat deze in beslag genomen is, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.
Dit betekent letterlijk dat indien een zaak in beslag is genomen, een handeling zoals vervreemding (bijvoorbeeld verkoop), bezwaring (bijvoorbeeld vestigen van een pandrecht), onderbewindstelling of verhuring van die zaak, die heeft plaatsgevonden ná de inbeslagneming, niet kan worden tegengeworpen aan de persoon die het beslag heeft gelegd (de beslaglegger).
2. Rechten door een derde anders dan om niet verkregen, worden geëerbiedigd, mits de zaak in zijn handen is gekomen en hij toen te goeder trouw was.
Dit betekent letterlijk dat rechten die een derde persoon tegen betaling (anders dan om niet) heeft verkregen op de beslagen zaak, gerespecteerd moeten worden. Dit is echter alleen het geval als de zaak feitelijk in het bezit van deze derde is gekomen en de derde op het moment van verkrijging niet wist en ook niet behoorde te weten dat de zaak in beslag was genomen (hij was toen te goeder trouw).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:2455
ECLI:NL:HR:2015:3299
ECLI:NL:HR:2022:164 - Beslag tot levering en de negeerbare overdracht aan een derde
Een schuldeiser die conservatoir beslag tot levering heeft gelegd, kan de latere overdracht van het beslagen goed aan een derde negeren. De vordering tot levering in de hoofdzaak moet tegen de oorspronkelijke schuldenaar worden ingesteld, ook na deze vervreemding.