Artikel 431a (Overgang executiebevoegdheid en betekening)
Indien de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat, kan de executie eerst worden aangevangen of voortgezet na betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde. Indien de rechtsopvolger bij wet is bepaald of door een fusie als bedoeld in artikel 309 of een splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vaststaat, kan worden volstaan met het schriftelijk mededelen van de overgang van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging aan de geëxecuteerde mits deze hierdoor niet in zijn belang wordt geschaad.
Uitleg in duidelijke taal
Indien de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat, kan de executie eerst worden aangevangen of voortgezet na betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde. Indien de rechtsopvolger bij wet is bepaald of door een fusie als bedoeld in artikel 309 of een splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vaststaat, kan worden volstaan met het schriftelijk mededelen van de overgang van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging aan de geëxecuteerde mits deze hierdoor niet in zijn belang wordt geschaad.
Dit artikel bepaalt het volgende: Wanneer de bevoegdheid om een executoriale titel (een document dat recht geeft op gedwongen uitvoering, zoals een vonnis) ten uitvoer te leggen op een andere partij overgaat, mag de executie pas beginnen of worden voortgezet nadat deze overgang formeel is meegedeeld (door middel van betekening) aan de partij tegen wie de executie is gericht (de geëxecuteerde). Echter, indien de rechtsopvolger (degene die de bevoegdheid overneemt) bij wet is bepaald of vaststaat door een fusie zoals bedoeld in artikel 309 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een splitsing zoals bedoeld in artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dan kan worden volstaan met het schriftelijk mededelen van de overgang van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging aan de geëxecuteerde. Dit is alleen toegestaan mits de geëxecuteerde hierdoor niet in zijn belang wordt geschaad.