Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Elfde titel. Cassatie
Vijfde afdeling. Beroep in cassatie in verzoekprocedures
Artikel 427a

Artikel 427a (Antwoord verzoeker incidenteel cassatieberoep of exceptie)

Laatste versie

1. In geval van incidenteel cassatieberoep of indien door de verweerder een exceptie tegen het principaal cassatieberoep wordt aangevoerd, kan de verzoeker tot cassatie binnen drie weken na de indiening daarvan antwoorden bij door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift.

2. Artikel 276, is van overeenkomstige toepassing op het bericht van de griffier.

Uitleg in duidelijke taal

1. In geval van incidenteel cassatieberoep of indien door de verweerder een exceptie tegen het principaal cassatieberoep wordt aangevoerd, kan de verzoeker tot cassatie binnen drie weken na de indiening daarvan antwoorden bij door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift.

Dit lid bepaalt dat in geval van incidenteel cassatieberoep of indien door de verweerder een exceptie tegen het principaal cassatieberoep wordt aangevoerd, de verzoeker tot cassatie de bevoegdheid heeft om binnen drie weken na de indiening daarvan (dat wil zeggen, na de indiening van het incidenteel cassatieberoep of de exceptie) te antwoorden. Dit antwoord dient te geschieden bij een door een advocaat bij de Hoge Raad getekend verweerschrift.

2. Artikel 276, is van overeenkomstige toepassing op het bericht van de griffier.

Dit lid stelt dat Artikel 276 (van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) van overeenkomstige toepassing is op het bericht van de griffier. Dit betekent dat de bepalingen van artikel 276, die gaan over het bericht van de griffier, op een vergelijkbare manier gelden voor het bericht van de griffier in de context van deze procedure (artikel 427a).