Artikel 418a (Verwijzing procesregels cassatie vorderingsprocedures)
Voor zover uit deze titel niet anders voortvloeit, zijn van de tweede titel de artikelen 117 tot en met 122, de zevende tot en met de negende afdeling, alsmede de elfde tot en met de dertiende afdeling van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat: a. onder het exploot van dagvaarding in de artikelen 120 tot en met 122 en in artikel 230, tweede lid, wordt verstaan het exploot van betekening van het oproepingsbericht; b. voor de toepassing van de elfde afdeling schorsing en hervatting van het geding enkel plaatsvinden door een daartoe strekkende akte. Na hervatting van het geding bepaalt de Hoge Raad de te verrichten proceshandeling en stelt hij partijen hiervan in kennis onder vermelding van de toepasselijke termijnen.
Uitleg in duidelijke taal
Voor zover uit deze titel niet anders voortvloeit, zijn van de tweede titel de artikelen 117 tot en met 122, de zevende tot en met de negende afdeling, alsmede de elfde tot en met de dertiende afdeling van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
Dit deel van het artikel stelt dat, tenzij deze elfde titel (Cassatie) anders bepaalt, specifieke artikelen (117 tot en met 122) en afdelingen (de zevende tot en met de negende afdeling, alsmede de elfde tot en met de dertiende afdeling) van de tweede titel van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing) gelden, met de volgende preciseringen:
a. onder het exploot van dagvaarding in de artikelen 120 tot en met 122 en in artikel 230, tweede lid, wordt verstaan het exploot van betekening van het oproepingsbericht;
Dit subonderdeel verduidelijkt dat waar in de artikelen 120 tot en met 122 en in artikel 230, tweede lid, gesproken wordt over het "exploot van dagvaarding", men in de context van cassatieprocedures moet lezen "het exploot van betekening van het oproepingsbericht".
b. voor de toepassing van de elfde afdeling schorsing en hervatting van het geding enkel plaatsvinden door een daartoe strekkende akte. Na hervatting van het geding bepaalt de Hoge Raad de te verrichten proceshandeling en stelt hij partijen hiervan in kennis onder vermelding van de toepasselijke termijnen.
Dit subonderdeel specificeert dat, als de elfde afdeling wordt toegepast, een schorsing en hervatting van het geding (de rechtszaak) uitsluitend kunnen gebeuren door middel van een officiële akte die daartoe bedoeld is. Wanneer het geding is hervat, bepaalt de Hoge Raad welke proceshandeling vervolgens moet worden verricht en informeert hij de betrokken partijen hierover, inclusief de vermelding van de toepasselijke termijnen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2009:BI0773 - Hoge Raad - 9 juli 2009
ECLI:NL:HR:2017:1066 - Draagplicht voor gezamenlijke schuld en de grenzen van de rechtsstrijd - 8 juni 2017
De Hoge Raad oordeelt dat afwijking van de hoofdregel van draagplicht bij helfte voor een gemeenschapsschuld slechts in uitzonderlijke, goed gemotiveerde omstandigheden mogelijk is. Tevens treedt een hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd als het een andere waarde hanteert dan partijen zijn overeengekomen.
ECLI:NL:HR:2016:1389 - Verlies hoedanigheid advocaat bij Hoge Raad leidt tot schorsing geding - 4 juli 2016
Indien een advocaat tijdens een cassatieprocedure de hoedanigheid 'advocaat bij de Hoge Raad' verliest, wordt het geding van rechtswege geschorst op grond van de overeenkomstige toepassing van artikel 226 Rv. Dit beschermt de desbetreffende partij.
ECLI:NL:HR:2018:1115 - Hoge Raad - 5 juli 2018
ECLI:NL:HR:2020:2101 - Betekening exploot met geheim adres is geldig zonder onredelijke benadeling - 17 december 2020
Het ontbreken van een woonadres in een exploot wegens een geheimhoudingsindicatie leidt niet tot nietigheid, zolang de identiteit van de persoon vaststaat en deze niet onredelijk in zijn verdedigingsbelang is geschaad. De mededeling van de deurwaarder is voldoende voor een rechtsgeldige betekening.
ECLI:NL:HR:2019:1607 - Incidentele vordering tot zekerheidstelling: maatstaf bij ontbreken eerdere belangenafweging - 17 oktober 2019
Indien een hof wel gemotiveerd heeft beslist over uitvoerbaarverklaring bij voorraad, maar niet over zekerheidstelling, moet de Hoge Raad bij een incidentele vordering daartoe een volledige belangenafweging maken. Hierbij wordt met name gekeken naar het restitutierisico en de gevolgen van de zekerheidstelling voor de veroordeelde partij.
ECLI:NL:HR:2020:1224 - Zuivering verstek en termijn incidenteel cassatieberoep: geen fatale termijn - 2 juli 2020
De termijn in het Procesreglement Hoge Raad voor het instellen van incidenteel cassatieberoep na zuivering van verstek is geen fatale termijn die leidt tot niet-ontvankelijkheid. Overschrijding is slechts een aanwijzing voor strijd met de goede procesorde, maar kan op grond van de omstandigheden worden gerechtvaardigd.
ECLI:NL:HR:2019:1239 - Procesonbekwaamheid na Spaanse tutela: machtiging tutor en opvolging door erfgenamen - 18 juli 2019
Een Spaanse 'tutela' wordt gelijkgesteld aan Nederlandse curatele. De tutor heeft rechterlijke machtiging nodig om te procederen. Een hof is niet verplicht de tutor in de gelegenheid te stellen een dergelijke machtiging met terugwerkende kracht te verkrijgen voor een door de curandus zelf ingesteld hoger beroep.
ECLI:NL:HR:2019:61 - Incidentele vordering tot zekerheidstelling in cassatie: strenge eisen voor wijziging - 17 januari 2019
Een incidentele vordering in cassatie tot het stellen van zekerheid wordt afgewezen als dezelfde omstandigheden al in hoger beroep zijn aangevoerd. Voor wijziging van een beslissing over uitvoerbaarheid bij voorraad zijn nieuwe feiten en omstandigheden vereist die zich na de vorige uitspraak hebben voorgedaan.
ECLI:NL:HR:2017:1278 - Kantoorbetekening in het digitale cassatieprocesrecht na 1 maart 2017 - 6 juli 2017
De Hoge Raad oordeelt dat de bestaande rechtspraak over kantoorbetekening (art. 63 lid 1 Rv) onverkort van toepassing blijft na de invoering van digitaal procederen. Een exploot kan aan het kantooradres van de advocaat worden betekend, ook als de verweerder in een EU-lidstaat woont.