Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Elfde titel. Cassatie
Derde afdeling. Van de rechtspleging in cassatie in vorderingsprocedures
Artikel 415

Artikel 415 (Incidentele vorderingen cassatie Hoge Raad)

Laatste versie

1. De vordering tot zekerheidstelling en alle andere incidentele vorderingen worden ingesteld bij conclusie.

2. De verweerder in het incident dient tegelijk met de vorderingen als bedoeld in het eerste lid of op een nader door de Hoge Raad te bepalen datum zijn verweerschrift in het incident in, waarop door de Hoge Raad, na partijen, zo zij dit verlangen, en de procureur-generaal bij de Hoge Raad te hebben gehoord, afzonderlijk wordt beslist.

Uitleg in duidelijke taal

1. De vordering tot zekerheidstelling en alle andere incidentele vorderingen worden ingesteld bij conclusie.

Dit lid bepaalt dat een vordering tot zekerheidstelling en alle andere incidentele vorderingen moeten worden ingesteld bij conclusie.

2. De verweerder in het incident dient tegelijk met de vorderingen als bedoeld in het eerste lid of op een nader door de Hoge Raad te bepalen datum zijn verweerschrift in het incident in, waarop door de Hoge Raad, na partijen, zo zij dit verlangen, en de procureur-generaal bij de Hoge Raad te hebben gehoord, afzonderlijk wordt beslist.

Dit lid stelt dat de verweerder in het incident zijn verweerschrift in het incident moet indienen. Dit moet gebeuren ofwel tegelijk met de vorderingen zoals genoemd in het eerste lid, ofwel op een datum die nader door de Hoge Raad wordt bepaald. De Hoge Raad zal vervolgens afzonderlijk over het incident beslissen, nadat de partijen (als zij dat wensen) en de procureur-generaal bij de Hoge Raad zijn gehoord.