Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Elfde titel. Cassatie
Tweede afdeling. De termijn van beroep in cassatie in vorderingsprocedures en de schorsende kracht daarvan
Artikel 404

Artikel 404 (Cassatieberoep schorsende kracht)

Laatste versie

Buiten de gevallen, waarin de rechter de voorlopige tenuitvoerlegging heeft toegestaan, heeft het beroep in cassatie schorsende kracht.

Uitleg in duidelijke taal

Buiten de gevallen, waarin de rechter de voorlopige tenuitvoerlegging heeft toegestaan, heeft het beroep in cassatie schorsende kracht.

Dit betekent letterlijk: Met uitzondering van de gevallen waarin de rechter de voorlopige tenuitvoerlegging heeft toegestaan, heeft het instellen van beroep in cassatie tot gevolg dat de uitvoering van de bestreden uitspraak wordt opgeschort (schorsende kracht).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad908x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:2026 - Hoge Raad verenigt maatstaven voor schorsing van tenuitvoerlegging bij voorraad - 19 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:202619 december 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt één uniforme maatstaf vast voor de schorsing van tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, ongeacht of dit in kort geding of in een appelincident wordt gevraagd. De strenge 'Ritzen/Hoekstra'-maatstaf (misbruik van recht) geldt niet meer zolang een rechtsmiddel openstaat.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK4476 - Hoge Raad - 18 februari 2010

ECLI:NL:HR:2010:BK447618 februari 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:987 - Geen dwangsom bij zekerheidstelling voor uitvoerbaarverklaring bij voorraad - 30 juni 2022

ECLI:NL:HR:2022:98730 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De voorwaarde van zekerheidstelling (art. 235 Rv) voor een uitvoerbaarverklaring bij voorraad is geen 'hoofdveroordeling' in de zin van art. 611a Rv. Het is geen bevel om zekerheid te stellen, maar een opschortende voorwaarde voor tenuitvoerlegging. Daarom kan aan deze voorwaarde geen dwangsom worden verbonden.

Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:6326 - Rechtbank Amsterdam - 22 oktober 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:632622 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2023:1190 - Parket bij de Hoge Raad - 21 december 2023

ECLI:NL:PHR:2023:119021 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:910 - Hoge Raad - 10 oktober 2013

ECLI:NL:HR:2013:91010 oktober 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak