Artikel 401a (Cassatie voorlopige voorzieningen tussentijdse uitspraken)
1. Van uitspraken, waarbij een voorlopige voorziening wordt toegestaan of geweigerd, kan beroep in cassatie worden ingesteld voordat de einduitspraak is gewezen.
2. Van andere tussenvonnissen of tussenarresten kan beroep in cassatie slechts tegelijk met dat van het eindvonnis of eindarrest worden ingesteld, tenzij de rechter anders heeft bepaald of artikel 75, eerste lid, van toepassing is.
Uitleg in duidelijke taal
1. Van uitspraken, waarbij een voorlopige voorziening wordt toegestaan of geweigerd, kan beroep in cassatie worden ingesteld voordat de einduitspraak is gewezen.
Dit betekent dat het mogelijk is om beroep in cassatie in te stellen tegen uitspraken waarbij een voorlopige voorziening wordt toegestaan of geweigerd, nog voordat de einduitspraak is gewezen.
2. Van andere tussenvonnissen of tussenarresten kan beroep in cassatie slechts tegelijk met dat van het eindvonnis of eindarrest worden ingesteld, tenzij de rechter anders heeft bepaald of artikel 75, eerste lid, van toepassing is.
Dit betekent dat voor andere tussenvonnissen of tussenarresten beroep in cassatie pas kan worden ingesteld tegelijk met dat van het eindvonnis of eindarrest. Dit geldt niet als de rechter anders heeft bepaald of als artikel 75, eerste lid, van toepassing is.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:3533
ECLI:NL:HR:2006:AW2080
ECLI:NL:HR:2012:BW3264
ECLI:NL:HR:2013:BY5241
ECLI:NL:HR:2004:AL7051
ECLI:NL:HR:2021:1924 - Hoge Raad verruimt regels voor tussentijds hoger beroep van tussenvonnissen
De Hoge Raad verruimt de mogelijkheid om tussentijds hoger beroep in te stellen. Een rechter kan op elk moment voor het eindvonnis alsnog bepalen dat hoger beroep tegen een eerder tussenvonnis openstaat. Deze beslissing is een regiebeslissing die niet voor hoger beroep vatbaar is.
ECLI:NL:HR:2003:AF8273
ECLI:NL:HR:2010:BK1639
ECLI:NL:HR:2018:1414 - Voorlopige voorzieningen in scheidingszaken: art. 821-826 Rv is uitputtend
De bijzondere regeling voor voorlopige voorzieningen in scheidingsprocedures (art. 821-826 Rv) is uitputtend. Er is daarom geen ruimte om via de algemene regeling van art. 223 Rv een voorlopige voorziening te vragen die onder het bereik van de bijzondere regeling valt.