Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tiende titel. Herroeping
Tweede afdeling. Herroeping van beschikkingen
Artikel 390

Artikel 390 (Herroeping van beschikkingen op verzoek)

Laatste versie

Een beschikking kan op verzoek van de oorspronkelijke verzoeker of van een belanghebbende worden herroepen op de gronden genoemd in artikel 382, tenzij de aard van de beschikking zich daartegen verzet.

Uitleg in duidelijke taal

Een beschikking kan op verzoek van de oorspronkelijke verzoeker of van een belanghebbende worden herroepen op de gronden genoemd in artikel 382, tenzij de aard van de beschikking zich daartegen verzet.

Dit artikel bepaalt dat een beschikking kan worden herroepen. Dit kan gebeuren op verzoek van de oorspronkelijke verzoeker (de persoon die het oorspronkelijke verzoek heeft ingediend) of van een belanghebbende. De herroeping moet gebaseerd zijn op de gronden genoemd in artikel 382. Een uitzondering hierop is wanneer de aard van de beschikking een herroeping in de weg staat (zich daartegen verzet).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad86x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BH4720 - Hoge Raad - 28 mei 2009

ECLI:NL:HR:2009:BH472028 mei 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Informatierecht, Financieel Recht
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF6207 - Hoge Raad - 19 juni 2003

ECLI:NL:HR:2003:AF620719 juni 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:1407 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 26 februari 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:140726 februari 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1596 - Pensioenverevening, afstorting en de processuele waarborgen bij vermoeden van bedrog - 16 november 2023

ECLI:NL:HR:2023:159616 november 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat bij een vermoeden van bedrog de rechter het debat moet heropenen. Voor pensioenverevening is de tijdsevenredige opgebouwde aanspraak leidend, niet de feitelijke financiering. Ook wordt het recht op afstorting van pensioen in eigen beheer bij een DGA-echtgenoot benadrukt.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1986 - Doorbraak Baijingsleer: Nieuwe feiten na ontbinding rechtvaardigen aanvullende vergoeding - 25 oktober 2018

ECLI:NL:HR:2018:198625 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad creëert een uitzondering op de Baijingsleer. Als na een onherroepelijke ontbindingsbeschikking (oud recht) wezenlijk nieuwe feiten bekend worden, kan in een aparte procedure alsnog een (aanvullende) vergoeding worden gevorderd op grond van goed werkgeverschap of redelijkheid en billijkheid.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2741 - Hoge Raad - 18 september 2014

ECLI:NL:HR:2014:274118 september 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:7246 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 oktober 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:724622 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BT2698 - Hoge Raad - 27 oktober 2011

ECLI:NL:HR:2011:BT269827 oktober 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2009:BK3573 - Hoge Raad - 21 december 2009

ECLI:NL:HR:2009:BK357321 december 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak