Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Zevende titel. Hoger beroep
Vierde afdeling. Hoger beroep tegen beschikkingen
Artikel 362

Artikel 362 (Verwijzing derde titel hoger beroep beschikkingen)

Laatste versie

Voor zover uit deze afdeling dan wel uit een andere wettelijke regeling niet anders voortvloeit, is de derde titel in hoger beroep van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat artikel 285 niet van toepassing is en dat geen zelfstandig verzoek kan worden gedaan.

Uitleg in duidelijke taal

Voor zover uit deze afdeling dan wel uit een andere wettelijke regeling niet anders voortvloeit, is de derde titel in hoger beroep van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat artikel 285 niet van toepassing is en dat geen zelfstandig verzoek kan worden gedaan.

Dit artikel bepaalt dat, tenzij deze afdeling of een andere wettelijke regeling anders voorschrijft, de bepalingen van de derde titel (die de procedure in hoger beroep in dagvaardingszaken regelt) ook van toepassing zijn op het hoger beroep tegen beschikkingen. Hierbij geldt echter dat artikel 285 (betreffende de mondelinge behandeling in verzoekschriftprocedures) niet van toepassing is, en dat er geen zelfstandig verzoek kan worden ingediend in het kader van dit hoger beroep.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad908x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:2026 - Hoge Raad verenigt maatstaven voor schorsing van tenuitvoerlegging bij voorraad - 19 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:202619 december 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt één uniforme maatstaf vast voor de schorsing van tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, ongeacht of dit in kort geding of in een appelincident wordt gevraagd. De strenge 'Ritzen/Hoekstra'-maatstaf (misbruik van recht) geldt niet meer zolang een rechtsmiddel openstaat.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad143x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3076 - Wisselende kamersamenstelling: recht op nieuwe mondelinge behandeling - 30 oktober 2014

ECLI:NL:HR:2014:307630 oktober 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een rechter na de mondelinge behandeling wordt vervangen, moeten partijen worden ingelicht en een nieuwe zitting kunnen vragen. Dit verzoek mag enkel gemotiveerd worden afgewezen als er tijdig een proces-verbaal beschikbaar is en het belang van een voortvarende procesvoering zwaarder weegt.

Hoge Raad56x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:472 - Regels rechterswisseling aangescherpt en plicht tot beoordeling subsidiaire grondslagen - 19 maart 2020

ECLI:NL:HR:2020:47219 maart 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het hof moet subsidiaire grondslagen (onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking) apart beoordelen, ook als de primaire vordering (wanprestatie) faalt door gebrek aan schade. De Hoge Raad scherpt bovendien de regels voor rechterswisseling na een mondelinge behandeling aan: het gerecht moet partijen nu voorafgaand aan elke volgende uitspraak informeren.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:943 - Bevoegdheid GI tot verzoek ontzegging omgang en de twee-conclusie-regel - 18 mei 2017

ECLI:NL:HR:2017:94318 mei 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een gecertificeerde instelling (GI) die de voogdij uitoefent, is bevoegd de rechter te verzoeken de omgang van een ouder te ontzeggen. Dit volgt uit haar zorgplicht. Een zelfstandig verzoek daartoe kan echter, vanwege de twee-conclusie-regel (art. 362 Rv), niet voor het eerst in hoger beroep worden gedaan.

Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI0773 - Hoge Raad - 9 juli 2009

ECLI:NL:HR:2009:BI07739 juli 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:824 - Hoge Raad: Limiteren omvang processtukken in hoger beroep is toegestaan - 2 juni 2022

ECLI:NL:HR:2022:8242 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat gerechtshoven via procesreglementen de omvang van processtukken in hoger beroep mogen beperken. Dit is toelaatbaar mits de essentie van het recht op toegang tot de rechter en hoor en wederhoor niet wordt aangetast, de beperking een legitiem doel dient en proportioneel is.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3633 - Wrakingsverzoek: herstel van vormverzuim vereist voor niet-ontvankelijkheid - 17 december 2015

ECLI:NL:HR:2015:363317 december 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een wrakingsverzoek mag niet buiten behandeling worden gelaten omdat de handtekening van een advocaat ontbreekt. Op grond van het recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM) moet de indiener eerst in de gelegenheid worden gesteld dit vormverzuim te herstellen, conform art. 281 lid 1 Rv.

Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:155 - Wraking onder voorwaarde schorst de procedure na vervulling van de voorwaarde - 30 januari 2020

ECLI:NL:HR:2020:15530 januari 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een wrakingsverzoek kan onder de voorwaarde worden gedaan van een afwijzende beslissing op een ander verzoek. Zodra die voorwaarde is vervuld, is de hoofdzaak op grond van artikel 37 lid 5 Rv geschorst en mag de rechter geen inhoudelijke beslissing meer nemen.

Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1580 - Zekerheidstelling proceskosten door failliet in het buitenland bij art. 69 Fw - 10 oktober 2019

ECLI:NL:HR:2019:158010 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een failliet zonder woonplaats in Nederland die een procedure start op grond van art. 69 Fw, kan worden verplicht zekerheid te stellen voor de proceskosten. De rechter mag dit echter niet gelasten als daardoor de effectieve toegang tot de rechter wordt belemmerd.

Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:155 - Hoge Raad - 28 januari 2016

ECLI:NL:HR:2016:15528 januari 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak