Artikel 360 (Schorsende werking hoger beroep beschikkingen)
1. Hoger beroep schorst de werking, tenzij de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.
2. Deze uitvoerbaarverklaring bij voorraad kan ook in hoger beroep geschieden. Niettegenstaande de uitvoerbaarverklaring bij voorraad in eerste aanleg kan de hogere rechter schorsing van de werking bevelen.
3. Het hoger beroep ingesteld tegen een tussenbeschikking waartegen ingevolge artikel 358, derde lid, geen hoger beroep openstaat, schorst de werking niet.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hoger beroep schorst de werking, tenzij de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.
Dit betekent letterlijk dat het instellen van hoger beroep de tenuitvoerlegging (de werking) van de beschikking opschort, behalve als de rechter in de oorspronkelijke uitspraak (de beschikking) heeft bepaald dat deze direct uitgevoerd mag worden, ondanks een eventueel hoger beroep (uitvoerbaar bij voorraad is verklaard).
2. Deze uitvoerbaarverklaring bij voorraad kan ook in hoger beroep geschieden. Niettegenstaande de uitvoerbaarverklaring bij voorraad in eerste aanleg kan de hogere rechter schorsing van de werking bevelen.
Dit houdt in dat de rechter in hoger beroep de beschikking alsnog uitvoerbaar bij voorraad kan verklaren, zelfs als dat in eerste aanleg niet is gebeurd. Omgekeerd, ook als de beschikking in eerste aanleg uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, kan de rechter in hoger beroep (de hogere rechter) alsnog bevelen dat de werking van de beschikking wordt opgeschort (schorsing van de werking).
3. Het hoger beroep ingesteld tegen een tussenbeschikking waartegen ingevolge artikel 358, derde lid, geen hoger beroep openstaat, schorst de werking niet.
Dit betekent dat als hoger beroep wordt ingesteld tegen een tussenbeschikking (een beslissing gedurende de procedure, niet de eindbeslissing) waartegen volgens artikel 358, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen hoger beroep mogelijk is, dit hoger beroep de werking van die tussenbeschikking niet opschort.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:2026 - Hoge Raad verenigt maatstaven voor schorsing van tenuitvoerlegging bij voorraad
De Hoge Raad stelt één uniforme maatstaf vast voor de schorsing van tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, ongeacht of dit in kort geding of in een appelincident wordt gevraagd. De strenge 'Ritzen/Hoekstra'-maatstaf (misbruik van recht) geldt niet meer zolang een rechtsmiddel openstaat.
ECLI:NL:HR:2020:806 - Afstemmingsregel en misbruik van executierecht bij later vernietigde bodemuitspraak
De kortgedingrechter moet zijn oordeel afstemmen op de meest recente uitspraak in de bodemprocedure, ook als deze later wordt vernietigd. Een klaarblijkelijke juridische misslag leidt niet automatisch tot misbruik van executierecht als de uiteindelijke uitkomst van de zaak nog onzeker is.
ECLI:NL:HR:2020:429 - Misbruik van Executiebevoegdheid: Kennelijke Misslag Niet Vereist voor Belangenafweging
Voor het aannemen van misbruik van executiebevoegdheid is een kennelijke misslag in het vonnis niet vereist. De rechter kan de tenuitvoerlegging ook schorsen op basis van een belangenafweging die uitvalt in het nadeel van de executerende partij, wegens onevenredigheid der belangen.