Artikel 355 (Beroep tussenvonnis verwijzing of zelf afdoen)
In geval van beroep van een tussenvonnis verwijst de rechter in beroep, wanneer hij het vonnis bekrachtigt, de zaak naar de rechter in eerste aanleg om op de hoofdzaak te worden beslist. Niettemin kan de rechter in beroep de hoofdzaak in het hoogste ressort zelf afdoen op eenstemmig verlangen van partijen of indien het geding in staat van wijzen is.
Uitleg in duidelijke taal
In geval van beroep van een tussenvonnis verwijst de rechter in beroep, wanneer hij het vonnis bekrachtigt, de zaak naar de rechter in eerste aanleg om op de hoofdzaak te worden beslist.
Dit betekent letterlijk: Indien er beroep wordt ingesteld tegen een tussenvonnis en de rechter in beroep dat vonnis bekrachtigt, dan verwijst de rechter in beroep de zaak naar de rechter in eerste aanleg. De rechter in eerste aanleg moet dan over de hoofdzaak beslissen.
Niettemin kan de rechter in beroep de hoofdzaak in het hoogste ressort zelf afdoen op eenstemmig verlangen van partijen of indien het geding in staat van wijzen is.
Dit betekent letterlijk: Desondanks (niettemin) kan de rechter in beroep de hoofdzaak zelf afdoen als de beslissing dan in het hoogste ressort valt (wat betekent dat er geen gewoon beroep meer mogelijk is). Dit is toegestaan op eenstemmig verlangen van partijen of indien het geding in staat van wijzen is.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:3018 - Tussentijds appel: geen beroep mogelijk op een later tussenvonnis - 23 november 2017
De Hoge Raad bevestigt het gesloten stelsel van rechtsmiddelen. Een toegestaan tussentijds hoger beroep tegen een tussenvonnis kan niet worden uitgebreid naar een later gewezen tussenvonnis. Hiervoor is afzonderlijk verlof vereist. Een processuele fout hierin leidt niet tot cassatie als er geen belang is.
ECLI:NL:HR:2017:3142 - Aansprakelijkheid parochie voor ongeval vrijwilliger op dak van de kerk - 14 december 2017
De zorgplicht van artikel 7:658 lid 4 BW kan ook gelden voor vrijwilligers. Doorslaggevend is of de vrijwilliger, voor de zorg voor zijn veiligheid, in een met een werknemer vergelijkbare, afhankelijke positie verkeert. De werkzaamheden moeten door de opdrachtgever ook door werknemers hadden kunnen worden verricht.
ECLI:NL:HR:2015:1689 - Deelgeschil: rechtsmiddelen, proceskosten en de procedure ten principale - 18 juni 2015
Hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking wordt ingesteld in een dagvaardingsprocedure. De bijzondere kostenregeling van artikel 1019aa Rv voor deelgeschillen geldt niet in die vervolgprocedure; daar zijn de reguliere regels voor proceskosten van toepassing. Voor cassatie tegen een tussenuitspraak na zo'n hoger beroep is verlof vereist.
ECLI:NL:HR:2019:1407 - Hoger beroep na deelgeschil: status van kostenveroordeling en eindbeslissingen - 19 september 2019
Een uitspraak in hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking is een tussenuitspraak, waartegen cassatieberoep slechts met verlof van het hof openstaat. Een kostenveroordeling in een deelgeschil heeft het voorlopige karakter van een kortgedingvonnis en is niet bindend voor de rechter in de bodemprocedure.
ECLI:NL:HR:1998:ZC2690 - Hoge Raad - 25 juni 1998
ECLI:NL:HR:2000:AA8161 - Hoge Raad - 2 november 2000
ECLI:NL:HR:2019:1529 - Vrijwaringszaak, verjaring en de afhankelijkheid van de hoofdzaak - 3 oktober 2019
Een vrijwaringszaak kan niet worden afgedaan voordat in de hoofdzaak is beslist, als de uitkomst ervan afhangt. Daarnaast heeft art. 7:942 BW (nieuw) onmiddellijke werking, waardoor een afwijzing van dekking van vóór de wetswijziging een nieuwe verjaringstermijn start op de dag na de afwijzing.