Artikel 335 (Hoger beroep verstekvonnis: regels en uitzonderingen)
1. Van veroordeelingen bij verstek valt geen hooger beroep, doch indien de oorspronkelijke eischer van het vonnis in hooger beroep komt, zal de gedaagde alle zijne verdedigingen insgelijks in het hooger beroep kunnen doen gelden, zelfs bij wege van incidenteel beroep, zonder van het middel van verzet in eersten aanleg meer te kunnen gebruik maken.
2. In afwijking van het eerste lid kan de gedaagde die niet is verschenen of het griffierecht niet tijdig heeft voldaan van een vonnis als bedoeld in artikel 140, derde lid, in hoger beroep komen, mits hij vooraf bij voorraad, tegen het stellen van zekerheid, aan het vonnis voldoet, zelfs wanneer dat vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard.
Uitleg in duidelijke taal
1. Van veroordeelingen bij verstek valt geen hooger beroep, doch indien de oorspronkelijke eischer van het vonnis in hooger beroep komt, zal de gedaagde alle zijne verdedigingen insgelijks in het hooger beroep kunnen doen gelden, zelfs bij wege van incidenteel beroep, zonder van het middel van verzet in eersten aanleg meer te kunnen gebruik maken.
Dit betekent letterlijk: In beginsel is tegen veroordelingen bij verstek geen hoger beroep mogelijk. Echter, indien de oorspronkelijke eiser van het vonnis in hoger beroep komt, dan zal de gedaagde al zijn verdedigingen eveneens (insgelijks) in het hoger beroep kunnen doen gelden. Dit kan zelfs bij wege van incidenteel beroep. De gedaagde kan dan niet langer (meer) gebruikmaken van het middel van verzet in eerste aanleg.
2. In afwijking van het eerste lid kan de gedaagde die niet is verschenen of het griffierecht niet tijdig heeft voldaan van een vonnis als bedoeld in artikel 140, derde lid, in hoger beroep komen, mits hij vooraf bij voorraad, tegen het stellen van zekerheid, aan het vonnis voldoet, zelfs wanneer dat vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard.
Dit betekent letterlijk: In afwijking van het eerste lid kan de gedaagde die niet is verschenen of het griffierecht niet tijdig heeft voldaan, van een vonnis als bedoeld in artikel 140, derde lid, in hoger beroep komen. Dit is toegestaan mits hij vooraf, bij voorraad, en tegen het stellen van zekerheid, aan het vonnis voldoet. Dit geldt zelfs wanneer dat vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2006:AV2644
ECLI:NL:HR:2013:CA3741
ECLI:NL:HR:1995:ZC1710
ECLI:NL:HR:2024:53 - Huurcommissie: rechtstreeks naar kantonrechter na voorzittersuitspraak is toegestaan
Na een voorzittersuitspraak van de huurcommissie kan een partij kiezen: of binnen drie weken in verzet bij de huurcommissie, óf binnen acht weken rechtstreeks naar de kantonrechter. De verzetprocedure is geen verplichte tussenstap om toegang tot de rechter te krijgen.