Artikel 329 (Prorogatie rechtspraak aan gerechtshof)
In alle voor hoger beroep bij het gerechtshof vatbare geschillen over zaken die ter vrije bepaling van de partijen staan, kunnen partijen overeenkomen die geschillen bij de aanvang van het geding dadelijk ter kennis te brengen van het gerechtshof dat in hoger beroep bevoegd zou zijn.
Uitleg in duidelijke taal
In alle voor hoger beroep bij het gerechtshof vatbare geschillen over zaken die ter vrije bepaling van de partijen staan, kunnen partijen overeenkomen die geschillen bij de aanvang van het geding dadelijk ter kennis te brengen van het gerechtshof dat in hoger beroep bevoegd zou zijn.
Dit artikel bepaalt dat voor alle geschillen die vatbaar zijn voor hoger beroep bij het gerechtshof en die betrekking hebben op zaken waarover partijen vrijelijk kunnen beschikken (die ter vrije bepaling van de partijen staan), de betrokken partijen kunnen overeenkomen om deze geschillen direct bij de aanvang van het geding (de start van de juridische procedure) voor te leggen aan het gerechtshof dat bevoegd zou zijn om het geschil in hoger beroep te behandelen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:413
ECLI:NL:HR:2020:315 - Schadebegroting kabelschade: abstractie en herstel in eigen beheer door netbeheerder
Bij zaakschade door een netbeheerder in eigen beheer hersteld, mag niet worden geabstraheerd van de omstandigheid dat dit wettelijk of feitelijk noodzakelijk is. De schade moet worden begroot op de objectieve kosten daarvan, maar de netbeheerder moet die kosten wel objectief onderbouwen.
ECLI:NL:HR:2021:1361
ECLI:NL:HR:2018:300 - Pensioenfondsbesluit over premieverdeling is bindend, cao-afspraak moet wijken
Indien de reglementen van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds de bevoegdheid tot vaststelling van de premieverdeling aan het bestuur toekennen, is er voor sociale partners geen ruimte om via een cao een afwijkende verdeling overeen te komen. Het besluit van het pensioenfondsbestuur is dwingend.
ECLI:NL:HR:1968:AC2286
ECLI:NL:HR:2019:2037 - Leeftijdsgrens pensioenopbouw: wanneer is een cijfermatige onderbouwing noodzakelijk?
De Hoge Raad oordeelt dat een cijfermatige onderbouwing niet altijd vereist is om de noodzaak van een onderscheid naar leeftijd objectief te rechtvaardigen. Dit hangt af van de omstandigheden, zoals de aard van het legitieme doel en de door partijen aangevoerde argumenten.