Artikel 29 (Openbaarheid uitspraken en verstrekking afschriften)
1. De uitspraak geschiedt in het openbaar.
2. Onverminderd de artikelen 231, eerste lid, en 290, derde lid, verstrekt de griffier aan een ieder die dat verlangt afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen, tenzij verstrekking naar het oordeel van de griffier ter bescherming van zwaarwegende belangen van anderen, waaronder die van partijen, geheel of gedeeltelijk dient te worden geweigerd. In het laatste geval kan de griffier volstaan met verstrekking van een geanonimiseerd afschrift of uittreksel van het vonnis, het arrest of de beschikking.
3. Onder vonnissen, arresten en beschikkingen zijn begrepen stukken die bij de uitspraak zijn gevoegd. Van andere tot een procesdossier behorende stukken wordt geen afschrift of uittreksel aan derden verstrekt.
4. Van vonnissen, arresten en beschikkingen in zaken die met gesloten deuren zijn behandeld, wordt uitsluitend een geanonimiseerd afschrift of uittreksel verstrekt.
5. Een verzoek om afschrift als bedoeld in het tweede lid dient te worden gericht tot de griffier van het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan. Deze zal bij inwilliging van het verzoek een griffierecht in rekening brengen dat wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 21, tweede lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken.
6. Gedurende twee weken na de dagtekening van een gehele of gedeeltelijke weigering om aan een verzoek om afschrift te voldoen, kan verzoeker daartegen schriftelijk in verzet komen bij de voorzieningenrechter.
7. Tegen de beslissing van de voorzieningenrechter staat geen voorziening open.
8. Ingevolge artikel 15, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1/2003 (verordening) van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PbEG 2003, L 1) verstrekt de griffier onverwijld een afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen met betrekking tot de toepassing van artikel 81 of 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. De verstrekking geschiedt, behalve wanneer het arresten of beschikkingen van de Hoge Raad betreft, door tussenkomst van de Raad voor de rechtspraak. Wanneer naar het oordeel van de griffier de bescherming van zwaarwegende belangen van anderen, waaronder die van partijen, daartoe aanleiding geeft, kan de griffier volstaan met de verstrekking van een geanonimiseerd afschrift van het vonnis, het arrest of de beschikking.
9. Ingevolge de artikelen 9 en 10 van verordening (EU) 2022/2065 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (richtlijn) (digitaledienstenverordening) (PbEU 2022, L 277) verstrekt de griffier onverwijld een afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen die betrekking hebben op een bevel als bedoeld in de artikelen 9 en 10 van die verordening aan de Autoriteit Consument en Markt. Het achtste lid, tweede en derde volzin, is van toepassing.
10. Ingevolge artikel 39, tweede lid, van verordening (EU) 2022/1925 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 (richtlijn) en (EU) 2020/1828 (richtlijn) (digitalemarktenverordening) (PbEU 2022, L 265) verstrekt de griffier onverwijld een afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen met betrekking tot de toepassing van die verordening aan de Europese Commissie. Het achtste lid, tweede en derde volzin, is van toepassing.
Uitleg in duidelijke taal
1. De uitspraak geschiedt in het openbaar.
Dit lid bepaalt dat de rechterlijke uitspraak openbaar wordt gemaakt.
2. Onverminderd de artikelen 231, eerste lid, en 290, derde lid, verstrekt de griffier aan een ieder die dat verlangt afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen, tenzij verstrekking naar het oordeel van de griffier ter bescherming van zwaarwegende belangen van anderen, waaronder die van partijen, geheel of gedeeltelijk dient te worden geweigerd. In het laatste geval kan de griffier volstaan met verstrekking van een geanonimiseerd afschrift of uittreksel van het vonnis, het arrest of de beschikking.
Dit betekent dat, met inachtneming van de bepalingen in artikel 231, eerste lid, en artikel 290, derde lid, de griffier een kopie (afschrift) van vonnissen, arresten en beschikkingen geeft aan iedereen die hierom vraagt. Dit gebeurt tenzij de griffier oordeelt dat de verstrekking geheel of gedeeltelijk geweigerd moet worden om zwaarwegende belangen van anderen, inclusief de betrokken partijen, te beschermen. Als verstrekking gedeeltelijk of geheel wordt geweigerd, kan de griffier ervoor kiezen een geanonimiseerde kopie of een samenvatting (uittreksel) van het vonnis, arrest of de beschikking te geven.
3. Onder vonnissen, arresten en beschikkingen zijn begrepen stukken die bij de uitspraak zijn gevoegd. Van andere tot een procesdossier behorende stukken wordt geen afschrift of uittreksel aan derden verstrekt.
Dit lid verduidelijkt dat onder vonnissen, arresten en beschikkingen ook de documenten vallen die aan de uitspraak zijn toegevoegd. Van andere documenten die deel uitmaken van het procesdossier wordt geen kopie of samenvatting aan derden gegeven.
4. Van vonnissen, arresten en beschikkingen in zaken die met gesloten deuren zijn behandeld, wordt uitsluitend een geanonimiseerd afschrift of uittreksel verstrekt.
Dit lid stelt dat van vonnissen, arresten en beschikkingen in zaken die achter gesloten deuren zijn behandeld, alleen een geanonimiseerde kopie of samenvatting wordt verstrekt.
5. Een verzoek om afschrift als bedoeld in het tweede lid dient te worden gericht tot de griffier van het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan. Deze zal bij inwilliging van het verzoek een griffierecht in rekening brengen dat wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 21, tweede lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken.
Dit betekent dat een verzoek om een kopie, zoals genoemd in het tweede lid, moet worden ingediend bij de griffier van het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan. Als het verzoek wordt goedgekeurd, zal de griffier hiervoor kosten (griffierecht) in rekening brengen. De hoogte van deze kosten wordt bepaald volgens artikel 21, tweede lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken.
6. Gedurende twee weken na de dagtekening van een gehele of gedeeltelijke weigering om aan een verzoek om afschrift te voldoen, kan verzoeker daartegen schriftelijk in verzet komen bij de voorzieningenrechter.
Dit lid bepaalt dat als een verzoek om een kopie geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, de verzoeker binnen twee weken na de datum van de weigering schriftelijk bezwaar (verzet) kan aantekenen bij de voorzieningenrechter.
7. Tegen de beslissing van de voorzieningenrechter staat geen voorziening open.
Dit betekent dat er geen beroep of ander rechtsmiddel (voorziening) mogelijk is tegen de beslissing van de voorzieningenrechter over het verzet.
8. Ingevolge artikel 15, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1/2003 (verordening) van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PbEG 2003, L 1) verstrekt de griffier onverwijld een afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen met betrekking tot de toepassing van artikel 81 of 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. De verstrekking geschiedt, behalve wanneer het arresten of beschikkingen van de Hoge Raad betreft, door tussenkomst van de Raad voor de rechtspraak. Wanneer naar het oordeel van de griffier de bescherming van zwaarwegende belangen van anderen, waaronder die van partijen, daartoe aanleiding geeft, kan de griffier volstaan met de verstrekking van een geanonimiseerd afschrift van het vonnis, het arrest of de beschikking.
Dit lid stelt dat op grond van artikel 15, tweede lid, van EU-verordening (EG) nr. 1/2003 (over de toepassing van mededingingsregels) de griffier direct een kopie van vonnissen, arresten en beschikkingen die te maken hebben met de toepassing van artikel 81 of 82 van het EG-Verdrag, moet sturen naar de Europese Commissie. Deze verstrekking gebeurt via de Raad voor de rechtspraak, tenzij het gaat om arresten of beschikkingen van de Hoge Raad. Als de griffier vindt dat zwaarwegende belangen van anderen (inclusief partijen) beschermd moeten worden, kan de griffier een geanonimiseerde kopie verstrekken.
9. Ingevolge de artikelen 9 en 10 van verordening (EU) 2022/2065 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (richtlijn) (digitaledienstenverordening) (PbEU 2022, L 277) verstrekt de griffier onverwijld een afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen die betrekking hebben op een bevel als bedoeld in de artikelen 9 en 10 van die verordening aan de Autoriteit Consument en Markt. Het achtste lid, tweede en derde volzin, is van toepassing.
Dit betekent dat op grond van artikelen 9 en 10 van de EU-verordening 2022/2065 (de digitaledienstenverordening) de griffier direct een kopie van vonnissen, arresten en beschikkingen over een bevel zoals bedoeld in die artikelen, moet sturen naar de Autoriteit Consument en Markt. De tweede en derde zin van het achtste lid van dit artikel (over verstrekking via de Raad voor de rechtspraak en de mogelijkheid tot anonimiseren) zijn hier ook van toepassing.
10. Ingevolge artikel 39, tweede lid, van verordening (EU) 2022/1925 (verordening) van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 (richtlijn) en (EU) 2020/1828 (richtlijn) (digitalemarktenverordening) (PbEU 2022, L 265) verstrekt de griffier onverwijld een afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen met betrekking tot de toepassing van die verordening aan de Europese Commissie. Het achtste lid, tweede en derde volzin, is van toepassing.
Dit lid bepaalt dat op grond van artikel 39, tweede lid, van de EU-verordening 2022/1925 (de digitalemarktenverordening) de griffier direct een kopie van vonnissen, arresten en beschikkingen die te maken hebben met de toepassing van die verordening, moet sturen naar de Europese Commissie. De tweede en derde zin van het achtste lid van dit artikel (over verstrekking via de Raad voor de rechtspraak en de mogelijkheid tot anonimiseren) zijn hier ook van toepassing.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:1998:AD2977
ECLI:NL:HR:2023:658 - Openbaarheid rechtspraak: recht op informatie over aanhangige civiele procedures
De Hoge Raad oordeelt dat gerechten, binnen de grenzen van de privacywetgeving, aan derden opgave moeten doen van aanhangige civiele procedures. Dit volgt uit het beginsel van openbaarheid van rechtspraak, ook nu fysieke rolzittingen grotendeels zijn afgeschaft.
ECLI:NL:HR:2017:1281 - Nederlandse surseance prevaleert boven buitenlandse groepsherstructurering
Een in Nederland gevestigde vennootschap in surseance blijft volledig onderworpen aan de Nederlandse Faillissementswet. Het feit dat de vennootschap deel uitmaakt van een internationale groep die in het buitenland een herstructurering ondergaat, doet hier niet aan af. De bevoegdheden van de bewindvoerder blijven onverkort van kracht.
ECLI:NL:HR:2000:AA6337
ECLI:NL:HR:2017:1280 - Oi-arrest: Nederlandse surseance versus internationale groepsherstructurering
De surseance van een Nederlandse vennootschap wordt volledig beheerst door Nederlands recht, ook als deze deel uitmaakt van een internationale groep in een buitenlandse herstructureringsprocedure. Benadeling van schuldeisers, ook van vóór de surseance, kan een grond voor intrekking en faillietverklaring zijn.