Artikel 284 (Overeenkomstige toepassing getuigenverhoorregels)
1. De negende afdeling van de tweede titel is van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet.
2. De overeenkomstige toepassing van de artikelen 187 en 191 vindt aldus plaats dat de daarin bedoelde voorschotheffing, tenuitvoerlegging of voorlopige indebetstelling geschiedt ten laste van de belanghebbende die het verzoekschrift heeft ingediend dan wel mede of uitsluitend ten laste van een of meer andere door de rechter aangewezen belanghebbenden.
Uitleg in duidelijke taal
1. De negende afdeling van de tweede titel is van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat de negende afdeling van de tweede titel, welke de regels voor het getuigenverhoor bevat, op een vergelijkbare manier wordt toegepast in de verzoekschriftprocedure, tenzij de specifieke aard van de zaak zich tegen een dergelijke toepassing verzet.
2. De overeenkomstige toepassing van de artikelen 187 en 191 vindt aldus plaats dat de daarin bedoelde voorschotheffing, tenuitvoerlegging of voorlopige indebetstelling geschiedt ten laste van de belanghebbende die het verzoekschrift heeft ingediend dan wel mede of uitsluitend ten laste van een of meer andere door de rechter aangewezen belanghebbenden.
Dit artikelonderdeel preciseert hoe de artikelen 187 en 191 (die deel uitmaken van de regeling voor het getuigenverhoor en betrekking hebben op kosten) vergelijkbaar worden toegepast. Het stelt dat de daarin bedoelde voorschotheffing, tenuitvoerlegging of voorlopige indebetstelling voor rekening komt van de belanghebbende die het verzoekschrift heeft ingediend. Deze kosten kunnen echter ook mede, of uitsluitend, voor rekening komen van één of meer andere belanghebbenden die door de rechter zijn aangewezen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:2998 - De voorwaardelijke ontbinding na ontslag op staande voet onder de WWZ - 22 december 2016
De Hoge Raad oordeelt dat een werkgever na een ontslag op staande voet nog steeds een voorwaardelijk ontbindingsverzoek kan indienen. De voorwaarde mag echter alleen zien op de vernietiging van het ontslag in dezelfde instantie, niet op een eventuele vernietiging in hoger beroep.
ECLI:NL:HR:2006:AY8290 - Hoge Raad - 9 november 2006
ECLI:NL:HR:2009:BI0773 - Hoge Raad - 9 juli 2009
ECLI:NL:HR:2009:BG9470 - Hoge Raad - 9 april 2009
ECLI:NL:HR:2005:AS5010 - Hoge Raad - 7 april 2005
ECLI:NL:HR:2017:1059 - Hoge Raad: Betekening in Aruba en Waarborgen voor Hoor en Wederhoor - 8 juni 2017
Indien een geïntimeerde uit het buitenland niet verschijnt in een Arubaanse hoger beroepsprocedure, moet het hof ambtshalve onderzoeken of de stukken hem daadwerkelijk hebben bereikt. De Arubaanse wet biedt minder waarborgen, waardoor de rechter actief het recht op hoor en wederhoor moet beschermen.
ECLI:NL:HR:1995:ZC1710 - Hoge Raad - 20 april 1995
ECLI:NL:HR:1994:ZC1445 - Hoge Raad - 15 september 1994
ECLI:NL:HR:2010:BO1806 - Verval van instantie na cassatie en de status van onaantastbare eindbeslissingen - 16 december 2010
Verval van de appelinstantie na cassatie en verwijzing treft de gehele instantie, inclusief bindende eindbeslissingen die in de cassatieprocedure zelf onaantastbaar zijn geworden. Alleen een (deel)einduitspraak in het dictum ontsnapt aan dit gevolg. Hierdoor kan een eerder vonnis alsnog kracht van gewijsde krijgen.
ECLI:NL:HR:2021:646 - Passeren bewijsaanbod: de onjuiste toepassing van het prognoseverbod - 22 april 2021
Een bewijsaanbod mag niet worden gepasseerd op basis van een prognose over de inhoud of de waarde van de getuigenverklaring. Het oordeel dat een getuigenis niet tot een andere beslissing kan leiden omdat de getuige niet op goede voet staat met een partij, is een verboden prognose.