Artikel 28 (Mededelingsverbod partijen proceduregegevens)
1. Het is aan partijen verboden aan derden mededelingen te doen omtrent:
a. het verhandelde op een zitting met gesloten deuren of een zitting waarbij slechts bepaalde personen zijn toegelaten; b. andere gegevens uit een procedure, indien de rechter zulks heeft bepaald; c. door een partij op grond van de artikelen 22, 194, 195, 195a of artikel 196 in verbinding met artikel 204 verstrekte gegevens waarvan die partij dat verlangt.
2. De rechter kan het verbod, bedoeld in het eerste lid, op verzoek van een der partijen geheel of gedeeltelijk opheffen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het is aan partijen verboden aan derden mededelingen te doen omtrent:
Dit lid stelt dat het voor partijen niet is toegestaan om informatie (mededelingen) te delen met derden (personen die niet direct bij de procedure betrokken zijn) over de volgende zaken:
a. het verhandelde op een zitting met gesloten deuren of een zitting waarbij slechts bepaalde personen zijn toegelaten;
Dit betreft wat er besproken is (het verhandelde) tijdens een zitting die achter gesloten deuren plaatsvond, of tijdens een zitting waartoe alleen specifieke (bepaalde) personen toegang hadden (waren toegelaten).
b. andere gegevens uit een procedure, indien de rechter zulks heeft bepaald;
Dit betreft andere informatie (gegevens) die voortkomt uit een procedure, in het geval dat de rechter heeft besloten (bepaald) dat hierover geen mededelingen mogen worden gedaan (zulks heeft bepaald).
c. door een partij op grond van de artikelen 22, 194, 195, 195a of artikel 196 in verbinding met artikel 204 verstrekte gegevens waarvan die partij dat verlangt.
Dit betreft gegevens die door een partij zijn verstrekt op basis van (op grond van) de wetsartikelen 22, 194, 195, 195a, of artikel 196 in samenhang met (in verbinding met) artikel 204, voor zover die partij verlangt dat over deze gegevens geen mededelingen aan derden worden gedaan.
2. De rechter kan het verbod, bedoeld in het eerste lid, op verzoek van een der partijen geheel of gedeeltelijk opheffen.
Dit lid geeft aan dat de rechter de mogelijkheid heeft om het verbod op het doen van mededelingen, zoals omschreven (bedoeld) in het eerste lid, volledig (geheel) of voor een deel (gedeeltelijk) ongeldig te verklaren (opheffen). Dit kan de rechter doen als een van de partijen hierom vraagt (op verzoek van een der partijen).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:273 - Bewijsbeslag op de Staat: Spanning tussen verschoningsrecht en strafvordering
Een advocaat heeft een eigen, in rechte afdwingbaar belang bij de eerbiediging van zijn verschoningsrecht en kan daarvoor bewijsbeslag leggen. Beslag op originelen uit een strafdossier is wegens strijd met de openbare dienst verboden, maar beslag op daarvan gemaakte kopieën is wel toegestaan.
ECLI:NL:HR:2018:2395
ECLI:NL:HR:2023:658 - Openbaarheid rechtspraak: recht op informatie over aanhangige civiele procedures
De Hoge Raad oordeelt dat gerechten, binnen de grenzen van de privacywetgeving, aan derden opgave moeten doen van aanhangige civiele procedures. Dit volgt uit het beginsel van openbaarheid van rechtspraak, ook nu fysieke rolzittingen grotendeels zijn afgeschaft.